zaterdag 1 november 2014

Bali 2014 — Onverwachte ontmoetingen

Na een wat zielig ontbijt hebben we eerst wat etenswaar bij Hardy's gekocht om in ieder geval een stevige ondergrond in de maag te hebben voor onze fietstocht. Het is altijd even wennen aan de afwijkingen van huurfietsen, maar deze lijken okay en we nemen meteen de route langs het strand. Je moet goed opletten dat je niemand op het stuur neemt, want de meeste toeristen, vooral zij die in een hotel aan het strand zitten, zijn alleen gericht op het bemachtigen van een strandbed en kijken niet op of om.

Na een poosje manoeuvreren komen we meer richting 'local beach'. Daar moet je zijn om leuke contacten te leggen. Ik stamp op de rem want ik heb het ideale 'spot terras' gevonden: Wave Café, vlak aan zee, lekkere stoelen met poten die diep in het zand wegzakken. Hier kan ik het zeker een uurtje of twee volhouden!


Het begint met de kennismaking met een jonge strandhond die koddig naar me toe waggelt. Helaas, ik heb geen hondensnoepjes bij me, maar dat geeft niet. Hij komt vijf minuutjes naast me liggen om geaaid te worden en gaat daarna op het stoepje voor me poseren. Naast ons zitten twee jonge, Nederlandse stelletjes. Voordat een van hen zijn camera heeft ingesteld met diafragma en allerlei andere gewichtige toestanden, is de hond weer verdwenen. Hij ziet z'n stiefmoeder met haar puppy, zijn speelmaatje, en rent er enthousiast heen. Mama Hond heeft iets van plastic in haar bek en het is natuurlijk de sport van die twee jonkies om het haar af te pakken.
Ik ben er nu wel achter dat ik geen state-of-the-art camera hoef. Mijn iPhone is snel en doet het goed! #iPhoneology.


Twee uur later en minstens één kokosnoot verder, springen we weer op de fiets en komen op het echte 'local beach' terecht. Een in het wit geklede hindoepriester en zijn gevolg komen in processie het strand oplopen met grote schalen offers. Het zal een speciale, persoonlijke ceremonie zijn. Ik wil daar graag een foto van nemen, vooral na de verhalen die Pak Wayan gisteren verteld heeft, maar ze zijn nog niet klaar en ik moet nog even geduld hebben.


Dick is intussen aan de andere kant van de groep gaan staan en komt in gesprek met een jonge vader, die trots zijn eerstgeborene van 17 maanden laat zien. De eerstgeborene krijgt volgens Balinese traditie een speciale naam, zo ook dit jongetje. Het eerste kind krijgt de naam Wayan, Gede (man) of Putuh, het tweede Made, Nengah of Kadek, het derde Nyoman of Komang, en de vierde Ketut. Daarna begint het weer opnieuw, maar dan vergezeld van verschillende voorvoegsels.
De echtgenote is bezig bij een strandventer met een groot blik op zijn hoofd iets wat op een soort natte sate lijkt te kopen. Het gezin woont in Denpasar maar op zaterdag komen ze graag met z'n drieën op de motor naar Sanur om Gede te laten kennismaken met zee- en strandvermaak. Het jochie is nog als de dood voor de golven, maar dat is slechts een kwestie van tijd. Hij zal in zijn leven nog veel aan het water moeten vertoeven omdat veel ceremonies op het strand plaatsvinden. De vrouw doet verwoede pogingen om haar sarong over haar hoofd en armen te trekken en de man legt uit dat ze niet 'zwart' wil worden. Hier geldt nog vaak de regel dat je een zo licht mogelijke huid moet hebben. Het is een leuk contrast omdat verder terug op het strand de toeristen proberen om zo bruin mogelijk te worden.


Het begint inmiddels te schemeren en tijd om naar het hotel terug te gaan. We proberen dapper de 'gewone' weg te nemen. In Indonesië rijdt het verkeer links en wij moeten op een aantal drukke kruisingen en een soort rotonde steeds rechtsaf. Ik ben nog niet dapper genoeg om me tussen de motoren en auto's te wringen die me aan alle kanten passeren. Dan maar een deel over de strandweg terug en uitkienen of we een doorsteek in de buurt van het hotel kunnen vinden. Ik zie een smalle steeg en vraag aan een man of dit naar de grote weg gaat. Hij knikt, maar de betrouwbaarheid ervan is moeilijk in te schatten. Ze zeggen op van alles 'ya' terwijl het eigenlijk 'tidak' moet zijn, maar we zijn toch op de fiets, dus een keer verloren rijden is niet zo erg als verloren lopen.
Ik heb de gewoonte om iedere local die ik op wat afgelegener plekken tegenkom een selamat pagi/siang/sore/malam te wensen en je krijgt meteen een gulle, al dan niet tandeloze, lach terug.

De fietsen zijn zo goed bevallen dat we ze voorlopig maar meteen voor een week huren. Morgen maar eens zien of we naar wat meer landelijker streken kunnen fietsen.