zaterdag 24 maart 2012

Indonesische recepten - Cumi-cumi

Soms moet je al van jongs af aan gewend zijn om bepaalde gerechten te eten om ze te waarderen. Ik ben geen avonturier. Ik zal nooit het vlees van schepselen eten, die ik in hun originele, levende staat onaantrekkelijk of zelfs griezelig vind. Dus voor mij geen slakken, insecten in al hun verschijningsvormen, kikkerbilletjes, octopus en inktvis. Ik sta ook niet te juichen bij konijn, hert en haas. Ik weet dat het iets persoonlijks is en dat er waarschijnlijk tal van manieren zijn om al die diertjes smakelijk maar onherkenbaar klaar te maken.

Toch wil ik een uitzondering maken voor (heel) kleine inktvisjes, oftewel cumi-cumi. Je spreekt het uit als tjoemi-tjoemi. Ik heb het gerecht voor het eerst gegeten toen ik een jaar of vier was. Mijn moeder kocht ze meestal in blik, want in die tijd kon je in de Nederlandse winkels of op de markt maar weinig buitensporig voedsel vinden. De kruiden en specerijen waren toen al wel in goede toko's te koop. Het bereiden was een andere zaak: het bakken van de inktvisjes in hete olie leverde een boel gespat op, vooral op je handen.

De inktvisjes waren zó klein, dat mijn moeder ze niet meer in stukjes sneed. Wat je op je bord had liggen waren dan duidelijk herkenbare, min of meer hele inktvisjes. Maar zoals gezegd, als je niet anders gewend bent, maal je daar niet om. Mijn oudste dochter heeft het ook voor het eerst gegeten toen ze ongeveer 4 jaar was en tot op de dag van vandaag zegt ze "Weet je nog dat oma van die inktvisjes maakte? Die waren lékker."
Cumi-Cumi heeft een aparte smaak, waar misschien niet iedereen van houdt, maar het is wel het proberen waard.

Dit heb je nodig:
•     1 tot 1,5 kilo kleine inktvisjes - ik zou zeggen, zo klein mogelijk
•     6 tenen knoflook, geperst
•     1 eetlepel taotjo
•     4 à 5 cm verse djahé, geraspt
•     ½ dl vissaus
•     wat rijstmeel - als bindmiddel
•     zout - maar let op, de taotjo is al erg zoutig, dus eerst maar even proeven of het nodig is
•     5-10 groene lomboks, ontpit en in ringetjes gesneden - dit is voor de liefhebber; mijn moeder
      maakte dit gerecht niet zo pittig
•     olie om in te bakken

Bereiding
-     Spoel de inktvisjes, dep ze wat droog en snij de grotere exemplaren in stukjes;
-     Wrijf in een vijzel de geraspte gember tot een papje;
-     Verhit de olie en bak de inktvisjes - niet krokant - en schep ze uit de olie;
-     Verhit weer wat olie en fruit hierin de lomboks (optioneel);
-     Voeg de gember, vissaus en taotjo toe; goed omscheppen;
-     Doe de inktvisjes erbij en laat ze nog even bakken - niet te lang, anders worden ze taai;
-     Voeg eventueel nog wat rijstmeel toe om de saus te binden.

Het gerecht zoals mijn moeder het bereidde, was nooit te nat, maar eerder smeuïg aan de droge kant.

Selamat makan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten