donderdag 3 mei 2018

Op 4 mei ben ik 2 minuten stil, maar ook 15 augustus

Al sinds ik me kan herinneren werd bij ons thuis op 4 mei alle burgers en militairen herdacht die in WO II waren omgekomen. Om precies 20.00 uur waren we 2 minuten stil terwijl we naar de plechtigheden op de Waalsdorpervlakte keken. Ook ik was stil en erg onder de indruk, ook al was ik me als kind nog niet bewust van de emotionele omvang van de herdenking.


Woonoord Schattenberg
Mijn vroegste herinneringen daarover gaan terug naar Woonoord Schattenberg (voormalig doorgangskamp Westerbork) waar mijn vader eind 1955, na vertrek uit Nieuw-Guinea, een betrekking kreeg bij de Genie. 
In die tijd werd het kamp gebruikt als onderkomen voor de Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen die na de oorlog naar Nederland waren gerepatrieerd omdat zij door hun samenwerking met Nederland door Indonesië als collaborateurs werden beschouwd en zij hun leven daar niet meer zeker waren. Zij kregen de toezegging — min of meer officieus gedaan vóór de soevereiniteitsoverdracht — dat zij tijdelijk in Nederland zouden verblijven om daarna naar een autonome Zuid-Molukse staat zouden terugkeren. 

"Tussen maart en juli 1951 kwamen circa 12.500 Molukse ex-KNIL-militairen met hun gezinnen in Nederland aan. De Molukkers werden eerst naar Amersfoort gebracht alwaar ze een woonplaats kregen toegewezen., waaronder de voormalige concentratiekampen Westerbork en Vught. Ook kregen de mannen te horen dat ze ontslagen waren uit het leger. Wel hadden de Molukse militairen altijd geweten dat de status van militair bij de Koninklijke Landmacht hen slechts tijdelijk was toegekend, maar het was hen in Indonesië ook toegezegd dat ze pas op de plaats van hun keuze zouden worden gedemobiliseerd. En die plaats van keuze was in elk geval niet Nederland." 
 Molukse KNIL-militairen 



De hobby van mijn vader was filmen en fotograferen en al snel werd hij gevraagd om in Schattenberg allerlei speciale gelegenheden vast te leggen. Niet alleen de officiële maar ook de persoonlijke gebeurtenissen, zoals een bruiloft, doop, of begrafenis. Hij maakte altijd snel en gemakkelijk contact, ook doordat hij de taal sprak.
Van de jaarlijkse Stille Tocht op 4 mei 1956 had hij een korte film gemaakt. Alle notabelen van het kamp, o.a. kolonel Van der Speck O'Breen, het hoofd van het kamp, liepen in de Tocht mee om een krans te leggen bij het monument op de plek waar in 1943 tien verzetsmensen door de Duitsers werden geëxecuteerd.
Monument bij Westerbork 
Maar hoewel de meeste Molukse bewoners die in de Tocht meeliepen zélf een oorlogstrauma hadden opgelopen, kwam hun lijden zelden ter sprake.


De video is af en toe een beetje donker, maar door het scherm van tablet of laptop lichter in te stellen, is alles duidelijk te volgen. Het filmpje heeft geen geluid.
Stille Tocht op 4 mei 1956 (F.H. Couzijn)


Assen
In 1959 verhuisden we naar Assen omdat mijn vader gedurende 1,5 jaar naar Nieuw-Guinea zou worden uitgezonden. Mijn moeder wilde tijdens zijn afwezigheid niet in Schattenberg blijven. Ze voelde zich daar eenzaam en te ver verwijderd van de stad. Bovendien hadden we een dienstwoning in Schattenberg die, naar ik aanneem, aan een andere ambtenaar toegewezen zou worden.

In het begin van de jaren 60 lag de oorlog nog vers in ieders geheugen en waren er veel directe nabestaanden van omgekomen verzetsstrijders en militairen. In de tweekapper naast ons woonden, ieder in hun eigen deel, twee weduwen waarvan de echtgenoten in de oorlog gefusilleerd waren. Het was een vergeldingsactie van de Duitsers, werd me door mijn vriendinnetjes in de straat fluisterend verteld. Wij staakten ons spel zodra een van de weduwen in de straat verscheen en bleven zwijgend naar hen kijken. Door de verhalen van mijn vriendinnetjes hadden de weduwen iets geheimzinnigs om zich heen. Eerlijk gezegd was ik een beetje bang voor die twee dames. 

Wij woonden in een huis waar, naar men zei, twee Joodse vrouwen hadden gewoond. Waren ze opgepakt en gedeporteerd? Het is me nooit duidelijk uitgelegd wat er met hen gebeurd is. Ik vond het huis bijzonder eng vanwege de geheime kijkluikjes die er waren: bijna op de bodem in de kast van de 'tussenkamer' zat een luikje dat zicht gaf in de kelder. In een traptrede naar de bovenverdieping was zo'n zelfde luikje, ook richting kelder. Telkens als ik naar boven ging, sloeg ik de bewuste tree over, veel te bang dat er een hand zou verschijnen die me bij mijn benen zou vastpakken.


Op de openbare scholen waar ik in Assen en later in Arnhem naar toe ging, werd tegen de tijd dat het naar 4 mei liep veel over de bezetting van Nederland verteld. Op de school in Assen lag de nadruk meer op het vreselijke lot van de Joodse gemeenschap. Ik had in de vierde klas een wat oudere onderwijzer die aangrijpend en vol emotie over de holocaust kon vertellen. Ik trok me dat zó vreselijk aan dat ik — met mijn bruine kleurtje en 'spleetogen' — in mijn kinderlijke naïviteit nog dacht "Wat ben ik blij dat ik geen Joodse ben ..." 
Over de oorlog in Nederlands-Indië werd gezwegen.


Arnhem
In Arnhem, het was inmiddels '64/'65, werd de Slag om Arnhem herdacht en tegelijkertijd het feit dat we 20 jaar in vrede leefden. In kranten en tijdschriften werd de oorlog uitvoerig behandeld. Onze school deed ook een duit in het zakje door alle leerlingen in klas 6 een lijvig werkstuk te laten maken. We hebben er wéken aan gewerkt. We hoefden eigenlijk niets zélf te doen, behalve het uitknippen van relevante artikelen uit kranten en tijdschriften. De onderwijzer dicteerde precies wat we in het schrift moesten schrijven, of tekende op het bord een landkaart met  de gevechtslinies van de Geallieerden en de Duitsers, die wij dan weer in ons schrift moesten natekenen. Voor elke belangrijke gebeurtenis had hij een stempel. Hij ging met stempel en stempelkussen alle leerlingen af om op de juiste plaats in ons schrift de afbeelding te plaatsen. Het inkleuren mochten we zelf doen. Achteraf heb ik het idee dat hij een compleet lespakket had aangeschaft, inclusief lesteksten en stempels.

Het schrift heb ik nog steeds in bezit en als ik de paar bladzijden lees die over 'De strijd in het verre Oosten' gaan, moet ik wel even glimlachen.
Over de aanval op Pearl Harbour lees ik "De overval geschiedde zonder voorafgaande waarschuwing." En verderop:
"In Indië lagen Nederlandse militairen, het z.g.n. KNIL. Ze hebben zich duchtig geweerd maar tegen de Japanse overmacht waren ze niet opgewassen. Ook onze vloot, o.l.v. admiraal Helfrich heeft geducht van zich afgebeten. Aan de Nederlandse vloot werden enige Engelse, Australische en Amerikaanse schepen toegevoegd. Deze kwamen onder bevel te staan van schout-bij-nacht Karel Doorman. Hij bond in de Javazee de strijd aan met een oppermachtige Japanse vloot. Hij liet naar de schepen die in zijn kielzog voeren, seinen: "Ik val aan, volg mij." Karel Doorman ging met zijn vlaggeschip 'De Ruijter' in de Javazee ten onder. De Japanners waren niet te stuiten en bezetten Ned. Oost-Indië."
En dat was alles. Niets over interneringskampen, krijgsgevangenen in Japanse mijnen of aan de Birmaspoorweg, de buitenkampers, troostmeisjes, zelfs niet de datum van het einde van de Japanse bezetting.

Maar laat ik niet te veel afdwalen van het thema '4-mei herdenking'. 
Ik ben een nakomeling van ouders die de verschrikkingen en wreedheden in Indië zelf hebben meegemaakt, maar tegelijkertijd groeide ik op in het land waar de gruwels van de Duitse bezetting hun sporen hadden achtergelaten. 

In de loop der jaren en met toenemend inzicht in wat ik voor mijn gemak de 'vergeten geschiedenis over kolonialisme en oorlog in Nederlands-Indië' noem, vond ik het behoorlijk raar, zelfs op het onbeschofte af, dat de twee oorlogen die zich allebei op Nederlands grondgebied hadden afgespeeld, steeds met elkaar vergeleken werden: welke oorlog was 'erger'? Mijn vader vertelde aan buitenstaanders nooit over de oorlog in Indië. Slechts een enkeling luisterde zonder tegenwerpingen ('Maar wij werden ook geëvacueerd." of "Híer hadden we de hongerwinter."). Kunnen we het er niet over eens worden dat ALLE oorlogen even erg zijn?

Op 4 mei ben ik twee minuten stil omdat ik niet alleen alle Nederlandse slachtoffers die in beide oorlogen zijn omgekomen wil herdenken, maar ook alle slachtoffers die na WO II door genocide, discriminatie, bezettingen, stereotyperingen en onverdraagzaamheid gestorven zijn. Ik sluit geen enkele groep uit.
Op 5 mei vier ik vrijheid voor iedereen, hoewel ik me ervan bewust ben dat vrijheid ook een zware verantwoordelijkheid met zich meebrengt. 


Indië herdenking 
Op 15 augustus, echter, herdenk ik de slachtoffers die tijdens en na de Japanse bezetting als burger of militair — buiten of binnen de kampen of als krijgsgevangene — om het leven zijn gekomen. Ik zal ook aan de overlevenden denken die hun land hebben moeten ontvluchten en ondanks alle tegenspoed hun weg én een nieuw bestaan hebben gevonden in de Nederlandse maatschappij.

Op 15 augustus ben ik twee minuten stil.

U TOCH OOK???