dinsdag 30 september 2014

Bali 2014 – Korte impressies op het strand van Lovina Beach

's Morgens vroeg is het altijd druk op het strand. Het is vloed en de boten die de gasten ophalen om hen naar het snorkelgebied te brengen, staan keurig te wachten. 
Snorkelen is niks voor mij. Lang geleden, toen ik het eens wilde uitproberen, liep mijn snorkel vol water. Bijna verzopen in m'n eigen duikbril. 
'Dan maar aan de vlerk hangen,' maar dat is nog niet zo eenvoudig, want door de stroming werd ik steeds onder de boot getrokken. Nadat ik de vlerk voor alle zekerheid in mijn knieholte verankerd had, heb ik dik een uur als een luiaard eraan gedobberd. En daar was niks hoyhoy bij.



We zitten in het seaside restaurant en ik geniet van een jeruk panas. 
'Achter je, op de hand van het beeld, zit een 7-cm-grote sprinkhaan,' hoor ik Dick zeggen, 'maar hij zit met z'n rug naar je toe dus hij springt niet in je nek.'

----------

Wanneer Dick bij de railing van het restaurantterras van zijn Bintang geniet, staat er plotseling een schattig meisje voor zijn neus met haar arm vol kettingen en armbandjes. 'No, thank you,' zegt hij de eerste keer dapper, maar ze is vasthoudend. Het duurt maar eventjes, voordat geld en armband van eigenaar wisselen. De armband heeft hij de rest van de vakantie dagelijks gedragen.



dinsdag 23 september 2014

Schilderworkshop in Lovina bij een Balinese kunstschilder

Het bezoek van Dick aan een Balinese kunstschilder.

Intuïtieve schilderles.

Vandaag is het zover. Om 14.58 ga ik eens op zoek naar Appel, want die heb ik nog niet gezien. Ik vind hem in het dragershokje. Hier zitten de 'boys' die koffers sjouwen, gras maaien enzovoort. Ook een paar leuke kamermeisjes zijn hier te vinden, dus ondanks de armoedige omgeving hebben ze lol. als Appel me ziet kijkt hij op de klok. "Nog niet!" Zegt hij benauwd. Ze werken hier dus tot op de minuut. Even later komt hij me halen.
Ik moet achter op de motor mee, op een minimale buddyseat. Gelukkig is het niet ver, een kleine kilometer, maar het grootste deel gaat over een onverhard hobbelpad. We rijden het erf op van een inlands huisje: parkeerterrein, moestuin, waterput, loslopende haan met kippen.

Onder een afdak staan schilderijen langs de wanden, op een groen kleed staan op primitieve maar toch effectieve ezels twee canvasdoeken klaar. De cursusleider verschijnt, een man met een petje op. Eerst moeten we ontspannen.
We gaan aan weerszijden van een tafeltje zitten. Alleen ík krijg koffie. 'Zonder suiker' zeg ik. Toch wordt er een grote suikerpot bij gezet en is de koffie al gezoet. De drank is bloedheet, dus na een paar minuten sta ik op en ga de schilderijen bewonderen. De schilder vraagt of ik van abstract of meer van impressionisme houd. Ik kies het laatste.



De Meester neemt op zijn hurken plaats achter het laagste ezeltje. Hij zal het voordoen. Hij schildert uit het hoofd, uit fantasie, maar neemt als leidraad een schilderij dat iets verderop aan de muur hangt. Met slechts vier kleuren olieverf, twee paletmessen en een kwast maakt hij binnen een uur een bospad door een oerwoud waarop een vrouw loopt met een grote last op het hoofd.
Als het klaar is loopt hij even weg om zich op te frissen, en mij de gelegenheid te geven mijn bewondering uit te spreken tegen Appel, die al die tijd op de mat heeft liggen slapen. Dan is het mijn beurt. Omdat olieverf zo langzaam droogt kies ik voor acrylverf, zodat ik het werk naderhand kan meenemen.
Ik heb goed opgelet en kan vooruit maar het gaat niet zo vlot en mooi als ik gewend ben. Ik mis duidelijk de ervaring. Ik heb ook nooit met paletmes gewerkt en ken de planten niet zo goed. Toch gaat het wel aardig en met af en toe een aanwijzing of voorbeeld kom ik een heel eind. Uiteindelijk kies ik niet voor een vrouw met hoofdlast, maar zet spontaan een bananenplant op de centrale plek. Daar kijken ze van op, ook Appel is intussen wakker geworden, en ze vinden het een goede vondst. Zelf ben ik best tevreden met het resultaat.
Achter op de motor word ik weer naar het hotel gebracht. Het schilderij komt morgen, als het goed droog is.


Een dag later zit Dick op de veranda van de hotelkamer. Hij heeft een klein schilderboekje opengeslagen en wat verf op een schoteltje gedaan. Bij gebrek aan paletmessen gebruikt hij de kwasten die hij uit Nederland had meegenomen. Na een uurtje laat hij het resultaat aan me zien.


Bali 2014 – De spreien van Sari


Om 14.00 zit ik op het terras op Sari te wachten. De verlegen jonge vrouw, die haar dochter blijkt te zijn, seint me in dat haar moeder eraan komt. Ik heb nog niet geluncht en bestel tosti's die ik liefdevol met Dick deel: hij de tosti's, ik de frietjes. Ik heb er expres bacon bij besteld want het hotelkatje heeft zijn positie naast me alweer ingenomen. Ik krabbel hem voorzichtig over zijn bolletje. Hij heeft scherpe nageltjes. 
Gisteren sloeg hij speels naar mijn hand en prikte door mijn huid heen. Het gevolg was een aantal flinke, jeukende bulten. Dat is voor mij niets bijzonders; daar heb ik ook altijd last van wanneer Willem, onze kat, een beetje te woest bezig is. maar juist op dat moment zei Dick 'Laat je niet krabben, hè, want straks krijg je misschien infectie.' Ik deed maar net of ik het niet gehoord had en hield mijn hand onder de tafel. Eerst maar even afwachten of ik kaakklem krijg, of een streep op de binnenkant van mijn arm. 



Vandaag blijkt er gelukkig niets aan de hand te zijn. Er zijn wel bulten, maar die vallen niet op tussen de andere bulten die ik hier door het contact met allerhande insecten oploop. Zelfs het lopen van een insect over mijn huid laat al een jeukspoor achter. Voor- en achteraf insmeren met de Indonesische Autan helpt zowel het voorkomen van een steek of beet en jeuk en zwelling achteraf.

Eindelijk zie ik Sari verschijnen. Ze laat me patchworkspreien zien maar ik leg jaar dat ik de geweven spreien wil. "No problem, Ibu." Ze stuurt meteen haar dochter naar hun 'Boss' om andere te halen. De dochter wordt door Sari aangemoedigd om het in looppas doen, ondanks de hitte. Dat het heet is zie je ook aan Sari. Het zweet ligt in dikke druppels op haar gezicht. 
Even later staat de dochter met een groot pak op haar hoofd hijgend weer bij ons. Helemaal onderop zit een sprei van het goede type, maar helaas niet van de juiste kleur en afmeting. We spreken af dat ik nog even verder eet terwijl zij een donkerblauwe uit het assortiment bij haar Boss probeert te vinden. De dochter vraagt nog waar ik de armbandjes die ik om m'n pols draag, heb gekocht. Ik vertel haar dat het handmade bandjes zijn die mijn kleinzonen voor me gemaakt hebben.



Het restaurantpersoneel van Adirama houdt intussen discreet een oogje in het zeil. Deels uit nieuwsgierigheid maar, naar ik hoop, ook ter bescherming van de gasten. Ze hoeven echter niet bang te zijn. Qua gestalte zou ik Sari goed aankunnen tenzij ze stiekem in het bezit van de zwarte band is.
Mijn frietjes zijn inmiddels koud geworden. Ik leg ze opzij voor de strandhond, Boy, die een vaste plaats heeft bij het hek naar het strand, maar altijd precies weet wanneer er iets te halen valt.



Na een kwartier komt Sari weer aangekuierd, nu met een donkerblauwe kingsize sprei. Ik zie meteen dat het eigenlijk weer niet de goede is. Dit exemplaar heeft heel smalle banen met rood en een enkel streepje geel erdoor, maar ik heb het hart niet om Sari weer terug te sturen. En eigenlijk vind ik hem best leuk. Ter plekke besluit ik dat ik er nog eentje wil. Ze weet niet zeker of haar Boss ze nog op voorraad heeft, dus spreek ik met haar af dat ze straks om 18.00 weer terugkomt met twee identieke spreien. Terwijl ik dat zeg doe ik een loombandje af en doe het bij de dochter om de pols. 
'A lucky charm for you,'. Het zoontje geef ik nog snel een handvol snoep en een pluche gorilla die aan mijn nieuwe tas zat. 
En nu wachten we tot 18.00.

Dick komt even voor 18.00 terug van zijn schildersessie. Hij heeft heen en terug achterop de motorfiets gezeten en stond duizend angsten uit omdat hij maar weinig houvast had. Hij laat het doek zien wat hij in het atelier heeft gemaakt. Ik ben onder de indruk. Dick is geen beginner op het gebied van tekenen en schilderen maar wat ik zie is een stijl die ik niet van hem ken. En ik denk dat hij ook zijn Balinese leermeester heeft verrast. Ik kijk snel op mijn horloge. Het is tijd voor de afspraak met Sari.  

Wanneer ik op het terras kom, zie ik de dochter al ijsberend naar mij zoeken. Sari heeft de spreien al in een plastic zak geknoopt en laat mij door een kiertje zien dat het twee dezelfde spreien zijn. Betalen is geen probleem want de prijs is al afgesproken. Toch vraagt ze wat extra voor 'transpòr' maar ik laat haar zien dat mijn tasje verder leeg is. 'Ach Ibu, a little bit maar...' dus sjouw ik terug en geef haar nog 10.000 rupiah. Ik denk maar zo: als ik hier vakantie kan houden, moet ik niet zeuren over zeventig cent.

Op de hotelkamer onderwerp ik de spreien aan een grondige inspectie. Ze zijn heel dicht geweven en behoorlijk zwaar. Ik ben benieuwd hoeveel ze toevoegen aan het toelaatbare bagagegewicht.



zaterdag 20 september 2014

Bali 2014 – Met de odong-odong naar Singaraja

Na het ontbijt willen we naar Singaraja om bij Hardy's wat boodschappen te doen. We moeten wel om 14.00 terug zijn want dan heb ik een afspraak met Sari over de sprei. Bovendien wordt Dick om 15.00 opgehaald om bij een professionele kunstschilder wat ervaring op te doen in typisch Balinese schilderstijlen.



Omdat de vaste taxichauffeur net weg is, vraagt Srie of we eventueel met de odong-odong gebracht willen worden. Helemaal geen bezwaar! Juist heel leuk want je voelt je direct betrokken bij het verkeer. Sommige motorrijders komen vlak naast het autootje staan en kijken je nieuwsgierig aan. Ik grijns terug en dat werkt altijd. Oogcontact verbroedert, althans hier op Bali.



Hardy's is een warenhuis, maar niet van het soort dat we in Nederland gewend zijn. Deze Hardy's is groot en uitgebreid want het heeft maar liefst drie verdiepingen. Op de begane grond zijn wat cosmetica-speciaalzaakjes en een supermarkt, dan volgen twee verdiepingen met kleding en de bovenste is voor een groot deel gereserveerd voor sport, spel en vermaak in de vorm van kermis met het nodige lawaai. Dick gaat nog even bij de teken- en schilderspullen kijken, maar sinds we in Nederland de Action hebben, moet je van goede huize komen om die prijzen te evenaren. 
Het personeel bestaat uit jonge meisjes, kinderen bijna. Ze mogen waarschijnlijk nooit even zitten, want wanneer je tussen de overvolle rekken loopt, kan het voorkomen dat je plotseling een verkoopstertje, half verscholen tussen de kleiding, op haar hurken ziet zitten. Maar wel met een telefoon aan haar oor geklemd. 



Ik merk dat er een groot verschil in sfeer is tussen een officiële winkel en de gewone warung. De vriendelijkheid die in een warung zo duidelijk voelbaar is, ontbreekt zodra de werkrelatie formeel wordt zoals bij Hardy's. De manier waarop het personeel je te woord staat, of de manier waarop je wordt geholpen, is geformaliseerd en onpersoonlijk, soms bij het onvriendelijke af. Bij Hardy's in Sanur bijvoorbeeld, is het personeel zó jong dat ze vaak in groepjes met elkaar kletsen en verstoord opkijken wanneer je als klant een vraag hebt. Hun response is soms behoorlijk stug. Maar er lijkt ook geen begeleiding van hun managers te zijn. Het management heeft wel eisen maar schijnt zelf weinig bedrijfsrisico te lopen want ik heb gehoord dat in geval van winkeldiefstal, het bedrag van de geleden schade gekort wordt op het loon van de werknemers. Ook een tekort in de kas wordt op de caissière verhaald. Vanuit dat standpunt is het niet zo vreemd dat je als klant nooit helemaal op je gemak kunt rondkijken omdat constant iemand op twee meter afstand jou in de gaten houdt, of dat de caissière het wisselgeld twee keer natelt voordat ze het afgeeft.
Een van de zinloze eisen die er aan de werknemers van Hardy's gesteld wordt, is het dragen van dichte, zwarte schoenen, voor vrouwen het liefst met een middelhoog hakje. Er zijn maar weinig gezinnen die zo'n paar in de kast hebben staan want het merendeel loopt op modieuze teenslippers, soms ook voorzien van een hakje. Om toch aan die eis te voldoen proberen ze ergens zwarte schoenen te lenen maar helaas hebben ze zelden de goede maat te pakken. Het gevolg is dat ze sloffend of klepperend door de winkel lopen. Sommige vrouwen doen me aan kleutermeisjes denken die met de schoenen van hun moeder mogen spelen. Het staat verre van professioneel. 

Op de afdeling met muziekinstrumenten speur ik naar een zogenaamde travel guitar. Het merk is niet zo belangrijk en ik hoop dat ik iets van echt Indonesische makelij kan vinden. Tot mijn verbazing zie ik rekken vol met Fender en Yamaha gitaren! Wow, een echte Fender voor nog geen €19! Een bedrag waar je in Nederland nog geen set snaren voor kunt kopen.



Bij de versafdeling van de supermarkt heb ik een kwartiertje staan likkebaarden. Al dat verse fruit en groenten. Er zijn zelfs verschillende soorten suiker. De gula merah (rode suiker) hebben ze zelfs in allerlei vormen. Ik hou van voedsel. Het hoeft niet veel te zijn, maar de ingrediënten moeten wel vers en van goede kwaliteit zijn. En wanneer een goede kok dat alles kan bereiden tot een smakelijk gerecht, zul je mij niet horen klagen. De meestal bescheiden porties die je in een warung of restaurant krijgt, zijn voor mij precies goed. Je voelt je verzadigd maar niet amechtig. Volgens mij ligt dat niet alleen aan de hoeveelheid maar ook aan het ontbreken van allerlei kunstmatige houdbaarheidstoevoegingen. Toch zijn er nog mensen die het liefst hun bord zo vol mogelijk zien, zoals de Australiër die meteen maar twee porties nasi campur bij de serveerster bestelde "because you always serve those tiny portions."



Vandaag is het opvallend druk. Het is het einde van de ramadan. Hele families trekken er op uit om cadeautjes te kopen en nieuwe kleding aan te schaffen die meestal wat traditioneler van snit zijn. De afdeling met westerse kleding is erg in trek bij de jonge vrouwen. Ik vind het lijken op wat mijn moeder vroeger 'kermiskleding' noemde. Felle kleuren met veel goudkleurige gespen en glitterversieringen. 
Dick staat al ongeduldig te wachten. De tijd dringt. Hij wil zijn voorraad Bintang aanvullen en nog wat geschikt snoep kopen voor de kinderen die je onderweg tegenkomt. Wij delen altijd alleen maar voorverpakte snoepjes uit. 

Wanneer we met onze boodschappentassen weer in de odong-odong zitten, slaat de motor steeds af. We hoeven toch niet te duwen? In deze hitte spring ik wel bij de eerste de beste motorfiets achterop. Gelukkig heeft de chauffeur goede vibes want even later, met wat rookwolken door aanhoudend gas geven, komt er leven in het geval. Onderweg komen we een verkeersbord tegen dat ons waarschuwt dat er overstekende yeti's te verwachten zijn.
Nu in volle vaart naar huis toe! Home sweet home Adirama!





zaterdag 13 september 2014

Bali 2014 – Ontmoetingen op Lovina Beach

Het wordt tijd om geld te pinnen. De euro staat gunstig ten opzichte van de rupiah, maar dat betekent wel dat het pinnen van 1.200.000 rp – ongeveer €100 – je portemonnee in de uiterste rekstand zet. Vorig jaar waren er nog weleens problemen met pinnen, maar dit jaar gaat alles goed zolang je maar 'checking account' kiest op de vraag van welke rekening je geld wilt opnemen.

Na de lunch gaan we een strandwandeling maken. Het is eb en een goed moment om modderdiertjes te ontdekken en om andere dingetjes die aangespoeld zijn te bekijken. Ik was van plan om alleen mijn iPhone voor foto's bij me te steken maar schuif op het laatste moment nog wat geld in mijn zak. 

Vorig jaar liepen er veel verkoopsters rond die vanaf het strand met smekende ogen naar het terras keken en ondertussen hun waren omhoog hielden. Ik kan daar niet zo goed tegen. Ik heb toen een geweven sprei gekocht en ik ben van plan om er nog eentje te scoren. Het is van een zware kwaliteit, er zit echt 'body' achter. Ik hou even in mijn achterhoofd dat ik bij die mooie jonge vrouw – die zich vorig jaar ook al de kaas van het brood liet eten door de rappere en ervarener venters – nog een kralenriem wil kopen. Wel een elastische natuurlijk ....



Het strand is stil, geen kip te zien, maar na 50 m komt er een mannetje aangehold. 'Hello Ibu, how are you today? You want see dolpins in Lopina? You take me, ya?' (De 'f' of 'v' wordt vaak uitgesproken als 'p', vandaar dat men tegen mijn vader 'Oom Pret' zei). Na hem beleefd te hebben afgewimpeld, komt er een vrouw met een pak sarongs en jumpsuits naar me toe. Ze houdt me een jumpsuit voor, duidelijk XXS en zeker een aantal maten te klein, maar wanneer ik naar mijn lichaam wijs en dan naar het kledingstuk, rekt ze de elastische middel zo ver mogelijk uit en zegt 'Ayo, big enough,'. Helaas kan ze de twijfel in haar ogen niet verdoezelen. 
Vol goede moed begin ik mijn verhaal over de sprei en vraag of ze dat patroon nog in voorraad heeft. Kan ze morgen misschien langskomen om me dat te vertellen? - Ah Ibu, tomorrow have ceremony in village. Go to my village, see sister.- Dat is voor mij geen probleem en wil een afspraak voor de dag erna maken. Zij ziet echter de bui al hangen en is bang dat de sprei door een andere ventster verkocht zal worden, dus zegt ze gauw 'Ya Ibu, maybe tomorrow two o'clock. You there? What your name?' Eerst noemt ze mij Prinie, en Dick van de weeromstuit 'Priek', dan wordt het Pinie en Dieck. 'Okay, Pinie, I come tomorrow. My name Sari, not forget!' Natuurlijk vergeet ik het niet. Afspraak is afspraak!



Verderop zie ik buizen uit het zand steken. Waar ze vandaan komen, weet ik niet, maar ze gaan wel rechtstreeks de zee in. Bij vloed zijn ze aan het oog onttrokken. Een eindje verder komt er een kali uit in zee. Ik heb vanaf de brug aan de straatkant, waar deze kali onderdoor loopt, al gezien dat er verschillende grote en kleine buizen op uitkomen. De stroom is te breed om overheen te springen zonder natte voeten te krijgen. Het ruikt hier ook smeuïger dan een stukje terug. We keren maar weer terug.

Vlakbij het hotel komt de jonge vrouw op me af met haar kralenwerken. Ik had gisteren al gezien dat ze een klein zoontje heeft dat zich met een plastic flesje prima weet te vermaken. Mijn keus is al snel gemaakt, een riem in warme kleuren met erg veel rek dus het afdingen kan beginnen.
Het resultaat? Twee tevreden mensen!






donderdag 4 september 2014

Bali 2014 – Naar Lovina

De chauffeur, Pak Wayan, staat al op ons te wachten wanneer we uitchecken. Het is een iets oudere man met vriendelijke ogen. In Ubud is het razend druk en ik zit wat stilletjes achterin. Hoewel ik makkelijk tegen iedereen aan kan staan te kletsen, voel ik me altijd een beetje ongemakkelijk wanneer ik bij een vreemde in de auto zit. Dick zit er ook stil bij, erop vertrouwende dat ik straks het initiatief neem. 
Nadat we Ubud uit zijn en de stilte pijnlijk begint te worden, begin ik mijn 'Tante Es'-vragen te stellen, maar gezien zijn leeftijd zal ik maar naar zijn kinderen vragen. 
Pak Wayan is behalve chauffeur ook priester. Het Hindoeïsme heeft graag dat priesters getrouwd zijn zodat ze weten hoe het er in het dagelijkse leven aan toe gaat. De echtgenote is ook priester en staat op gelijke voet. Zij maakt wezenlijk deel uit van allerlei ceremoniën. Hij heeft twee kinderen, zoon en dochter, waarvan de dochter een bachelor in Education heeft. Zijn zoon staat op het punt van afstuderen (Accountancy). Dochter is getrouwd, heeft man en twee kinderen maar geen baan. Het liefst zou ze Engels willen studeren, maar dat stuit op verzet van haar echtgenoot. Zoon zal het zonder de juiste connecties en zonder een volle zak geld heel moeilijk krijgen om een baan te vinden. Het hebben van een goedgevulde beurs is niet alleen gunstig voor het krijgen van een goede baan, maar geeft ook toegang tot goede scholen. Geld opent heel veel deuren. Omkoperij is nog steeds een groot probleem in deze samenleving en zet de gewone man buiten spel. 

Een ander probleem op Bali is dat grond hoe langer hoe meer in handen raakt van rijke Javanen en buitenlanders. De laatste groep mag officieel geen grond kopen, maar kan het wel bewerkstelligen via een tussenpersoon die de transactie op zijn naam zet. Voordat je het geld overdraagt, moet je eerst heel grondig onderzoek plegen naar het bestemmingsplan, want het kan zomaar gebeuren dat er plotseling 'iets' niet klopt met je aankoop, of een bouwvergunning zonder uitleg wordt ingetrokken. Zie dan maar je geld terug te krijgen. En natuurlijk moet het contract met de tussenpersoon ook waterdicht zijn. Wanneer de grondaankoop op Bali niet lukt, wijken sommigen naar Lombok uit, wat voor buitenlanders niet altijd een goede oplossing is omdat Lombok op islamitische grondregels geschoeid is. Fysiek op korte afstand maar mentaal een wereld van verschil.

Het is nog steeds druk op de weg. Dat is niet zo raar, want deze route is de enige rechtstreekse verbinding naar het noorden. Gelukkig neemt Pak Wayan na Bedugul een andere weg, de bergen in, en na een paar kilometers is er nog maar weinig verkeer. Natuurlijk zijn hier wel de nodige brommers en motorfietsen. Sinds de bevolking gemakkelijk een microkrediet kan krijgen voor het financieren van brommers, heeft het bezit ervan een enorme vlucht genomen. Het lopen en fietsen om naar school en werk te gaan, of om goederen te vervoeren, heeft plaats gemaakt voor de gemotoriseerde tweewieler. Waar wij in het Westen kampen met overvolle autoparkeerplaatsen, hebben zij in heel Indonesië te maken met een groeiend tekort aan parkeerplekken voor brommers. 

De boeren in het gebied waar we nu doorheen rijden verbouwen kruidnagelen (de basis van de rijkdom van de VOC), bamboe voor de meubelmakerij en hortensia's. Ik heb nog nooit zoveel rijen hortensiastruiken bij elkaar gezien. Ze zitten niet echt vol in blad, maar zijn toch beter tegen hitte bestand dan de variant die ik in Nederland ken. Uiteindelijk gaan de struiken naar Denpasar, maar worden volgens Pak Wayan niet naar andere landen geëxporteerd. 


Op een parkeerplaats zien we mensen driftig met camera's en mobieltjes in de weer. Het is een bellevue tussen twee meren: danau Tamblingan en danau Buyan. Het is de hoogste tijd om de echte Balinese koffie á la tubruk te drinken. De Balinese koffie wordt tot bijna poeder gemalen. Hierdoor hoeft de koffie niet zo lang te trekken. Let dan wel op dat je vóór het drinken niet gedachtenloos in je kopje roert. Het poeder is zo fijn dat het weer tijd nodig heeft om te bezinken. Wanneer je een slok met drab neemt, heeft het dezelfde werking op je ingewanden als het doorspoelen van koffiedik door de gootsteen voor de afvoer.


Voordat we weer verder gaan, nemen we het uitzicht nog even in ons op. De meren liggen er bijzonder mooi bij, maar ik begin ongeduldig te worden. Ik wil nu zo snel mogelijk naar ons hotel om mijn Facebookvriendin Srie te ontmoeten. Ze werkt daar als Marketing Manager. Ik heb allerlei oleh-oleh voor haar en haar dochtertje bij me. 
De weg stijgt en daalt snel achter elkaar en ik kan er niet tegenop slikken om mijn oren vrij te maken. Mijn speekselklieren kunnen de vraag trouwens niet eens bijhouden. In de verte zie ik de zee. Wanneer we even later bij het Adirama Beach Hotel uitstappen, zie ik Srie al op me afkomen. Eerst  uitgebreid begroeten en nog even allerlei formaliteiten afhandelen en dan een plekje in het seaside restaurant vinden waar de zeewind me zachtjes omarmt.


woensdag 3 september 2014

Bali 2014 — Afscheid van Ubud

Het is de laatste dag in Ubud. Vannacht is de sawah voor onze veranda onder water gezet. De sawah is nog niet 'waterdicht' en de slakken komen op de drassige stukken af. De vogels die dagelijks hun voedsel op dit veld zoeken, hebben nu de tijd van hun leven.



Het ontbijt in dit hotel is elke ochtend weer een spannende aangelegenheid door het bezoek van de 'huisaap'. Wanneer het personeel druk bezig is met het bereiden van omeletjes en de gasten aandachtig hun bordjes bestuderen, zie ik dat Huisaap heel stiekem op de muur is geklommen en de situatie in zich opneemt. Hij heeft het gemunt op het buffet waarop allerlei lekkernijen zijn uitgestald. De truc is om zo snel en ongemerkt mogelijk van de muur te springen, willekeurig graaien en meteen verdwijnen. Dat 'ongemerkt' lukt nooit want de grote sprongen maken behoorlijk wat lawaai. Het verschijnen van een aap traint de snelheid van handelen van zowel het personeel als de gasten. Het personeel heeft her en der bezems en lange bamboestokken gereed staan en begint onder luid gesis dreigende prikbewegingen te maken terwijl de gasten tassen en telefoons in veiligheid brengen. Het is een dagelijks ritueel, bekend bij aap en personeel.



Na het ontbijt gaan we naar dé markt van Ubud maar nu hebben we ook voor de terugweg transfer geregeld. Het is vandaag zo mogelijk nog klammer en warmer dan gisteren.
De markt is een mooi maar helaas erg vervallen gebouw met allerlei kraampjes die allemaal hetzelfde verkopen: sarongs, waaiers, sarongkleding, tassen en sieraden. Heel sporadisch zie je een oud vrouwtje salak, bananen en ander fruit verkopen. Het is onmogelijk om even rustig te kijken want zodra je blijft staan, komt er meteen iemand bij je om alles aan te prijzen. 



Hoe dieper je de krochten van het gebouw binnengaat, hoe troostelozer het wordt. Het hart is een grote, vierkante, betonnen bak waarin het afval gestort wordt. Niet leuk om te zien en niet aangenaam voor de neus. 



Toch wordt men op Bali zich veel bewuster van de noodzaak van afvalverwerking. Overal in Ubud staan steeds twee tonnen naast elkaar. De ene voor organisch afval, de andere voor het restafval. Ook zijn er veel Bali Green & Clean acties door scholen en bedrijven. Bali 'exporteert' het vuilnis naar Java voor verwerking, heb ik gehoord. Ik weet niet waarom Java  de verwerking van dit extra afval op zich neemt. Het afvalprobleem is daar schrijnender dan hier op Bali.

Onderweg naar de plaats waar we zullen worden opgepikt, sta ik weer vol bewondering te kijken naar het steigerwerk van de projecten die in aanbouw zijn. Alles is van bamboe. De staken staan dicht naast elkaar. Je moet wel een heel slanke bouwvakker zijn om er tussendoor te kunnen lopen.