zaterdag 12 mei 2012

Indonesische recepten - Udang goreng (garnalenbeignets)

Mijn moeder is in 1984 overleden en in de daaropvolgende jaren tot aan zijn overlijden in 2005  heeft mijn vader meerdere romances gehad. Op een enkeling na waren ze allemaal van Indische afkomst. De reden hiervoor was niet alleen het kunnen praten over een gemeenschappelijke, culturele achtergrond, maar natuurlijk ook het eten.

Mijn vader had een lastig karakter en was niet makkelijk in de omgang. De enige vriendin die goed met zijn nukken en kuren overweg kon, was 'tante' Conny, omdat ze zelf even eigenwijs was als hij. Doordat ze beiden zo eigenzinnig waren, hadden ze een weekendrelatie. Doordeweeks zat mijn vader in zijn eigen huis en van vrijdag tot maandag bij haar. Ze konden niet te lang mét, maar ook niet zonder elkaar.

Tijdens onze ontmoetingen sprak ik haar altijd aan met 'mevrouw', maar toen er besloten werd om met z'n vieren met een privé-chauffeur van Jakarta, door Java naar Bali te trekken, voelden we met onze klompen aan dat je dan niet langer 'mevrouw' kon zeggen. Zij opperde zelf om "Conny" genoemd te worden, maar dat viel bij m'n vader helemaal niet in goede aarde. 
Mijn echtgenoot en ik moesten en zouden van hem 'tante' tegen haar zeggen. "Als je niet met iemand geknikkerd hebt, noem je hen maar 'tante' of 'oom' als blijk van respect," waren zijn afgemeten woorden. Het was voor hem ondenkbaar dat ik - van een latere generatie en stukken jonger - haar bij de voornaam zou aanspreken. Als Indischman van de oude stempel vond hij het vreselijk dat haar kinderen, vooral de dochters, hem altijd bij zijn voornaam noemden. De dochters waren waarschijnlijk net zo eigenwijs als hun moeder, want ze zijn hem wat dit betreft, nooit een stap tegemoet gekomen.

Gelukkig voor mijn vader - en voor ons - kon tante Conny goed koken. Eén van de gerechten die ik lekker vond waren haar garnalenbeignets. Je kunt ze bij de rijsttafel eten maar ook gewoon als lekkere snack met chilisaus.

Dit heb je nodig:
■     200 gram Noorse garnalen
■     1 theelepel djinten
■     1 theelepel ketoembar
■     3 tenen knoflook, geperst
■     1/8 blok santen
■     3 eetlepels bloem
■     1 ei
■     slaolie

Bereiding
■     Santen oplossen in een kopje heet water;
■     Roer nu de bloem en het ei erdoor en daarna de djinten, ketoembar en
      knoflook;
■     Voeg tenslotte de garnalen toe en goed mengen;
■     Verhit olie in een koekenpan en bak van het beslag kleine, platte koekjes.

Selamat makan!

zaterdag 5 mei 2012

Indonesische recepten - Sajoer Lodeh

vanka-kawat.nl
Een sajoer is een combinatie van wat hardere groente met tahoe, tempé,  vlees of vis. Het is net een soort soep, maar je eet het níet als soep maar gewoon als gerecht bij de rijst. Iedereen maakt sajoer lodeh op zijn eigen manier en dat is meteen het leuke van dit gerecht. Er is geen goede of foute manier, wel een lekkere!


Als kind vond ik het altijd heel gemeen dat ik bij sommige tantes nooit van alle gerechten mocht nemen als er ter gelegenheid van een verjaardag of andere feestelijke gebeurtenis een uitgebreide rijsttafel was bereid. Meestal werd de keus 'beperkt' tot een stuk of drie gerechten: sajoer lodeh, frikadel goreng en foe yong hai. Ik keek vaak jaloers naar de volwassenen die volop van de andere gerechten mochten pakken en vaak ontsnapte ik dan ook uit de 'kinderkamer' om bij m'n moeder een hapje van dat andere lekkers te proeven. 


Dit heb je nodig:
■     ½ tempé, in blokjes gesneden
■     klein blikje maiskolfjes
■     200 gram sperziebonen, in
       stukjes van 2 cm
■     1 kleine winterwortel, in 
       plakken
■     ½ spitskool, grof gesneden
■     3 sjalotjes, gesnipperd
■     2 teentjes knoflook, geperst
■     1 rode lombok en 3 groene
       lomboks, ontpit en fijngesneden
■     1 theelepel suiker
■     2 theelepels trassipoeder
■     1 theelepel ketoembar
■     1 theelepel laos
■     2 daon salamblaadjes
■     5 jeruk purutblaadjes
■     1 theelepel asempasta
■     ⅓ blok santen
■     2 bouillonblokjes
■     theelepel suiker
■     2 eetlepels boter
■     zout naar smaak


Bereiding
■     Sjalotten, knoflook, lomboks, suiker, trassi en ketoembar fijnwrijven;
■     Boter smelten en hierin de fijngewreven ingrediënten samen met de daon    
      salam, laos, jeruk purut en asem fruiten;
■     Wanneer de sjalotten lichtbruin zijn: voeg de tempé toe en ongeveer 1
      minuut omroeren;
■     Voeg 2 glazen (ca. 3 à 4 dl) heet water toe en daarna de sperziebonen,
      wortelplakjes, maiskolfjes en bouillonblokjes erbij doen;
■     Deksel op de pan en ca. 10 minuten op lage temperatuur laten stoven;
■     Voeg de santen toe en roeren totdat de santen gesmolten is.
■     Doe de spitskool erbij en laat de sajoer zonder deksel nog 3 à 4 
      minuten sudderen


Mocht de sajoer tijdens de bereiding te veel indampen, voeg dan wat heet water toe.


Selamat makan!