zaterdag 13 december 2014

Bali 2014 - Fietsen door Sanur

De fietsen zijn een belangrijk vervoermiddel geworden. In het begin bleef ik netjes links, vlak langs de hoge stoeprand rijden, maar dan heb je in noodgevallen geen uitwijkruimte meer, dus nu blijf ik stug wat meer naar het midden rijden, zet mijn ellebogen wat breder uit en geef door mijn houding aan dat ik niet zomaar ga stoppen. Je wordt wel aan alle kanten gesneden en de auto's passeren wel heel rakelings langs je heen, maar tot nu toe gaat het goed en heb geen ongelukken veroorzaakt. We hebben kort overwogen om een keer naar Denpasar te fietsen, maar die kamikaze-actie hebben we meteen verworpen.


Neef Martin had ons aangeraden om naar pasar Sindhu te gaan, een overdekte markt, waar elke avonds op het voorterrein ook een pasar malam wordt gehouden. In de warungs eromheen kun je daar dan lekker eten. Wanneer we onze fietsen stallen, komt er meteen een vrouw op ons af, die uitgebreid uitlegt wat er zoal te doen is daar. Ze eindigt met 'My warung ya, there in the corner. You come visit me after you finish.' Ik knik en ga de hal in waar de geur van vlees, vis, groente en fruit als een dikke deken over me heen valt. Het is typisch dat wanneer er zoveel warungs bijeen staan, ze allemaal hetzelfde verkopen. Er is geen variëteit. Als ik een verkoopster was, zou ik goed in de gaten houden wat een klant in de warung naast me had gekocht en iets aanbieden dat daar bij past b.v. een hoed bij een sarong, of een mooie ketting.


Wanneer we uit de hal komen, word ik meteen door de verkoopster in de nek gesprongen. 'Now you come with me. Look at my sarongs.' Wanneer ze hoort dat we uit Nederland komen, zegt ze dat ze een keer in Nederland is geweest. In Koog aan de Zaan. Een liedje van Annie M.G. 'Hendrik Haan uit Koog aan de Zaan heeft zijn kraan open laten staan,' schiet me meteen te binnen. Reden genoeg om bij deze verkoopster een veel te dure harembroek te kopen. Haar overige aanbiedingen sla ik vriendelijk maar beslist af. De herenshirts lijken qua maat meer geschikt voor kinderen.

Het wordt tijd voor de eerste versnapering aan het strand en we rijden een straatje in dat naar het strand moet leiden. De straat loopt een beetje af maar ondanks de vaart zie ik een uithangbord met 'Leather Shop'. Ik heb van meerdere vrienden en bekenden gehoord dat het heel lucratief is om een customized tas of (leren) kleding te laten maken. Ik ben een tassenfreak en rij terug. De winkel heet 'Gong' en is niet groter dan 2,5 x 5 meter. Een vrij jonge man zit in kleermakerszit op de grond aan een portemonnee te werken. Aan een lijn die langs de wand gespannen is, zie ik allerlei modellen tassen hangen. Ik zie een mooi model, maar de kleur is saai. 'No problem, ibu, I have every colour,' en hij wijst op een tweede lijn waaraan allerlei gekleurde lapjes leer hangen. De keuze is snel gemaakt en de afspraak is dat ik de tas over vijf dagen kan ophalen. Uiteindelijk heeft het negen dagen geduurd voordat de tas klaar was.



Op de strandweg stoppen we eerst bij Sanur Beach Market, waar ik eerder hun bonnetje niet begreep doordat ik het handschrift op z'n kop probeerde te lezen. Ze hebben daar gratis supersnelle wifi. Wanneer je een Facebookbericht wilt plaatsen met wifi in ons hotel duurt het zó lang dat je ondertussen een dagtrip naar Lombok kunt maken.
In dit strandcafé krijg je, ongeacht hoe laat het is, een schotel pinda's. Ze zijn erg lekker en dat vinden de duiven ook. Ze trippelen nonchalant rond mijn voeten maar houden goed in de gaten of die hand met pinda's naar mijn mond, of naar hen gaat. Ik gooi hier en daar een pinda en verwonder me over de gespikkelde kapmanteltjes die ze om lijken te hebben.


Terwijl een visser zich gereed maakt om een middagje in het water te staan, zie ik hoe een oude vrouw – tandeloos, in erg versleten kleding en met een zak waarin ze lege blikjes verzamelt – probeert een praatje aan te knopen met een toeristenmeisje van een jaar of twee. De ouders kijken een beetje verstoord en trekken het kind al heel snel mee. Ik zie dat Dick wat briefjes van 1000, 2000 en 5000 rupiah uit zijn portemonnee trekt en het aan haar geeft. Zij pakt zijn beide handen vast en bedankt hem blij. We verstaan haar niet, maar haar ogen spreken boekdelen. Daarna loopt ze op mij af en ik onderga hetzelfde. Ik vond het niet gepast om een foto van haar te maken.


Ik heb niet alleen de harembroek in mijn mandje, maar ook een zak hondenkoekjes. Zo af en toe gooi ik een loslopende hond wat toe. Soms vinden ze het wel, soms niet, maar dat is geen probleem, wetende dat ze het strand meter na meter besnuffelen of er iets eetbaars is.
Bij het Wave Café is het nog rustig. Dick heeft wat tekenspullen meegenomen en begint te schetsen. Hier zit je vlak bij het water en ben je de drukte van de hotels voorbij. In de branding vaart een vrachtschip. Ik weet niet wat de kapitein stookt, maar de smerige lucht is zelfs vanaf die afstand tot bij ons te ruiken.


We drinken wat, eten wat, kletsen wat, of zijn gewoon met onze eigen gedachten bezig. Heel even flitst het door mijn hoofd hoe Willem het heeft bij De Kattenboom in Liessel, maar dat duurt maar even. Ik kan er nu toch niets aan doen wanneer het hem tegenvalt. Een strandhond dient zich aan en ik leg de stukjes vlees en ei van de nasi goreng op de rand van mijn bord. Ook strandhonden mogen weleens geluk hebben.


donderdag 11 december 2014

Bali 2014 — Weinig zonnen, veel zien

Zonnen doe ik eigenlijk nooit. Ik heb er het geduld niet voor; ik vind het zonde van mijn tijd. Liever zit ik op een leuke plek in de schaduw en kijk om me heen. Er valt zoveel te zien.

Er zijn vissers en er zijn vissers. Ik heb bewondering voor de mannen die uren achtereen in een soort wetsuit tot hun middel in het water staan om wat vis te vangen voor de handel of voor hun familie. Bolletjes in de branding. Deze mannen hebben bijna de hele middag in het water gestaan. Zouden ze na zo'n dag in het water van die gerimpelde witte voeten hebben? Volgende keer toch eens vragen.


Eén visser heeft het wel gezien voor vandaag. Er waren teveel waterscooters in zee. Zijn hoed blijft, ondanks de sterke wind, rotsvast op zijn hoofd. Het hoofddeksel doet me sterk aan een wadjan denken. Te allen tijde op voedsel voorbereid, net als die figuren met een vork en mes in hun muts uit een album van Suske en Wiske.



We zitten op een terrasje met uitzicht over zee. Even rusten want het zadel en ik zijn nog niet aan elkaar gewend. Ik bestel 'pinis panas' (warm sap van een wat specialere citroen) omdat mijn neef me had gezegd dat het lekkerder was dan 'jeruk panas' (warm sinaasappelsap). De ober kijkt me vertwijfeld aan. 'We don't have,' zegt hij resoluut. Ik kijk hem verbaasd aan. 'It is hot juice, not orange but some kind of lemon juice,' leg ik uit. De ober gaat naar binnen en komt na lang wachten terug met een grijs drankje. Het is niet lekker zuur en al helemaal niet erg hot. Ik vraag me af wat ze in de keuken hebben warm gemaakt voor mijn drankje. Terwijl ik het voorzichtig drink, pak ik mijn telefoon omdat ik de naam van dat drankje daarin bewaard had. En ik zie dat het geen pinis maar nipis is... En ja, dat schept verwarring.
De ober komt de rekening brengen en legt de geschreven bon op tafel.
'Wat staat daar nou?' vraag ik 'Hebben ze hier speciaal schrift of zo want ik kan het niet lezen, hoor.'
Dick werpt een korte blik op het papier, daarna op mij en draait het papiertje voor me om zodat ik het niet meer op z'n kop hoef te lezen....

Vanuit mijn ooghoeken houd ik een man in de gaten die al geruime tijd naast een dode boom staat. Uit zijn lichaamstaal valt niet op te maken of hij op iemand of iets wacht. Hij is geen verhuurder van een waterscooter of ander zeevermaak die op terugkomst van zijn klant wacht. Hij staat er rustig en kalm chillen. Na meer dan een half uur loopt hij verder.



Bij terugkomst in het Taman Agung Hotel zie ik dat de tuinman van het hotel heel secuur zijn steigertje heeft opgezet en er voorzichtig opgeklommen is. Het is dan ook een wankel gevalletje.
Even later komt er een vrouw aanlopen die precies op die plek aan de praat raakt met een kennis. Tijdens het kletsen pakt ze argeloos een van de poten vast, waardoor de tuinman gevaarlijk begint te wiebelen. Zelden heb ik iemand zo zien schrikken en met 'one giant leap for mankind' vaste grond zien zoeken.





zaterdag 1 november 2014

Bali 2014 — Onverwachte ontmoetingen

Na een wat zielig ontbijt hebben we eerst wat etenswaar bij Hardy's gekocht om in ieder geval een stevige ondergrond in de maag te hebben voor onze fietstocht. Het is altijd even wennen aan de afwijkingen van huurfietsen, maar deze lijken okay en we nemen meteen de route langs het strand. Je moet goed opletten dat je niemand op het stuur neemt, want de meeste toeristen, vooral zij die in een hotel aan het strand zitten, zijn alleen gericht op het bemachtigen van een strandbed en kijken niet op of om.

Na een poosje manoeuvreren komen we meer richting 'local beach'. Daar moet je zijn om leuke contacten te leggen. Ik stamp op de rem want ik heb het ideale 'spot terras' gevonden: Wave Café, vlak aan zee, lekkere stoelen met poten die diep in het zand wegzakken. Hier kan ik het zeker een uurtje of twee volhouden!


Het begint met de kennismaking met een jonge strandhond die koddig naar me toe waggelt. Helaas, ik heb geen hondensnoepjes bij me, maar dat geeft niet. Hij komt vijf minuutjes naast me liggen om geaaid te worden en gaat daarna op het stoepje voor me poseren. Naast ons zitten twee jonge, Nederlandse stelletjes. Voordat een van hen zijn camera heeft ingesteld met diafragma en allerlei andere gewichtige toestanden, is de hond weer verdwenen. Hij ziet z'n stiefmoeder met haar puppy, zijn speelmaatje, en rent er enthousiast heen. Mama Hond heeft iets van plastic in haar bek en het is natuurlijk de sport van die twee jonkies om het haar af te pakken.
Ik ben er nu wel achter dat ik geen state-of-the-art camera hoef. Mijn iPhone is snel en doet het goed! #iPhoneology.


Twee uur later en minstens één kokosnoot verder, springen we weer op de fiets en komen op het echte 'local beach' terecht. Een in het wit geklede hindoepriester en zijn gevolg komen in processie het strand oplopen met grote schalen offers. Het zal een speciale, persoonlijke ceremonie zijn. Ik wil daar graag een foto van nemen, vooral na de verhalen die Pak Wayan gisteren verteld heeft, maar ze zijn nog niet klaar en ik moet nog even geduld hebben.


Dick is intussen aan de andere kant van de groep gaan staan en komt in gesprek met een jonge vader, die trots zijn eerstgeborene van 17 maanden laat zien. De eerstgeborene krijgt volgens Balinese traditie een speciale naam, zo ook dit jongetje. Het eerste kind krijgt de naam Wayan, Gede (man) of Putuh, het tweede Made, Nengah of Kadek, het derde Nyoman of Komang, en de vierde Ketut. Daarna begint het weer opnieuw, maar dan vergezeld van verschillende voorvoegsels.
De echtgenote is bezig bij een strandventer met een groot blik op zijn hoofd iets wat op een soort natte sate lijkt te kopen. Het gezin woont in Denpasar maar op zaterdag komen ze graag met z'n drieën op de motor naar Sanur om Gede te laten kennismaken met zee- en strandvermaak. Het jochie is nog als de dood voor de golven, maar dat is slechts een kwestie van tijd. Hij zal in zijn leven nog veel aan het water moeten vertoeven omdat veel ceremonies op het strand plaatsvinden. De vrouw doet verwoede pogingen om haar sarong over haar hoofd en armen te trekken en de man legt uit dat ze niet 'zwart' wil worden. Hier geldt nog vaak de regel dat je een zo licht mogelijke huid moet hebben. Het is een leuk contrast omdat verder terug op het strand de toeristen proberen om zo bruin mogelijk te worden.


Het begint inmiddels te schemeren en tijd om naar het hotel terug te gaan. We proberen dapper de 'gewone' weg te nemen. In Indonesië rijdt het verkeer links en wij moeten op een aantal drukke kruisingen en een soort rotonde steeds rechtsaf. Ik ben nog niet dapper genoeg om me tussen de motoren en auto's te wringen die me aan alle kanten passeren. Dan maar een deel over de strandweg terug en uitkienen of we een doorsteek in de buurt van het hotel kunnen vinden. Ik zie een smalle steeg en vraag aan een man of dit naar de grote weg gaat. Hij knikt, maar de betrouwbaarheid ervan is moeilijk in te schatten. Ze zeggen op van alles 'ya' terwijl het eigenlijk 'tidak' moet zijn, maar we zijn toch op de fiets, dus een keer verloren rijden is niet zo erg als verloren lopen.
Ik heb de gewoonte om iedere local die ik op wat afgelegener plekken tegenkom een selamat pagi/siang/sore/malam te wensen en je krijgt meteen een gulle, al dan niet tandeloze, lach terug.

De fietsen zijn zo goed bevallen dat we ze voorlopig maar meteen voor een week huren. Morgen maar eens zien of we naar wat meer landelijker streken kunnen fietsen.



donderdag 30 oktober 2014

Bali 2014 - Een snelle verkenning van Sanur

Omdat het hotel midden in het centrum van Sanur ligt en de meeste bungalows een eigen keuken hebben, hoef je niet per sé van het restaurant gebruik te maken. Dat is trouwens maar goed ook want het is een saaie, half-open zaal, zonder ook maar iets van de typisch Balinese sfeer zoals we in de andere hotels gewend waren. 's Avonds zitten er nauwelijks of geen gasten want iedereen gaat naar de gezellige restaurantjes en warungs in de omgeving. Nadat we hebben ingecheckt en onze koffers hebben uitgepakt, gaan we als enige gasten van de dag, toch even een cheeseburger in het restaurant eten, maar het eten laat lang op zich wachten. Tijdens het wachten drinken we een Bintang besar en ik neem de omgeving in me op. Het bestek en de glazen zijn niet schoon. Er zit aanslag in de glazen, maar vooral in de kopjes en op de schoteltjes zijn vlekken en ringen van koffie en thee. Eens een keer goed schuren met een sponsje en wat zout zou al een hele verbetering zijn.

Eerst maar eens lopend de buurt verkennen. Er zijn verschillende doorsteekjes naar het strand en wij nemen de meest avontuurlijke. Het gaat dwars door een stuk braakliggend land waar een Bali-koe vastgebonden onder een afdak zit. Ze heeft gelukkig wel veel vers groen gras voor haar neus. Verderop ligt er een hoop rotzooi en wanneer je bijna bij het strand bent, kom je langs een paar duistere kledingwarungs, waar de verkoopsters als uit het niets verschijnen en je aanhouden om hun waar te slijten. Twee 'P's' van de Marketing Mix – Place en Promotion – zijn hier niet optimaal gedekt.
Op het strand is het druk, drukker dan vorig jaar, maar ons hotel waar we toen logeerden, Mercure, lag een stuk zuidelijker en buiten de drukte van het centrum. Langs het strandpad is het heel gezellig.



Werkplaatsen en verkopers wisselen elkaar af, maar de gezelligheid neemt een beetje af wanneer je bij de foeilelijke turquoise damwandschutting van het voormalige Hyatt Hotel komt. Dit hotel is opgedoekt en totdat er een nieuwe bestemming komt, is alles door de schutting aan het oog onttrokken. Iets verderop zitten twee tuinmannen onopvallend te pauzeren. Ook hier houden ze zich – naar Hardy-aanse gewoonte – tussen de bosjes schuil.



Plotseling zie ik een oude vrouw met één piepklein zakje kacang staan. Het is alles wat ze heeft en ze probeert het aan de man te brengen. 'Buy kacang, please Ibu?' Ik heb m'n zonnebril op en kan haar een beetje onbespied in de ogen kijken. Die zijn heel vriendelijk maar ik zie er ook moedeloosheid en iets van berusting in. 'Not today,' zeg ik en loop snel verder. Ik heb veel mensen in de ogen gekeken, maar wanneer ik in die van haar kijk, stroom ik vol. Waarom weet ik niet precies. Ik moet er even van slikken. Morgen, of desnoods elke dag ga ik bij haar kacang kopen. Zo duur zal zo'n zakje niet zijn en daarna geef ik het weer weg aan kinderen of zo.

We nemen een andere doorsteek, terug naar de grote weg. Ik zie motorrijders opeens stoppen en als gekken weer omkeren. Wat is er aan de hand? Ja hoor, even verderop staan politieagenten aan weerszijden van de weg. Ze houden auto's en motoren aan. Ze omsingelen de aangehouden auto's, steken hun hoofd naar binnen en vragen de bestuurder en bijrijder het hemd van het lijf. Na het zien van een reportage op tv over zwendel (Time Share geboefte) en het willekeurig aanhouden van buitenlanders door de politie op Bali, let ik goed op of er iets in de vorm van uang, geld, uitgewisseld wordt. Vandaag niet, zo te zien.

Het nadeel van ver wandelen is de weg terug. Het is niet zozeer de afstand als wel de hitte, het ongelijke plaveisel, hoge stoepen en het ontwijken van gaten dat lopen vermoeiend maakt. Bėk af komen we terug in het hotel en ik loop meteen naar de receptie om twee fietsen te reserveren. Voorlopig voor één dag en dan zien we wel verder.
Morgen geht's los!


vrijdag 17 oktober 2014

Bali 2014 - Naar Sanur

Tijdens het ontbijt heb ik nog kans gezien om afscheid te nemen van de dochter van Sari. Sari zelf en Asih zijn nog bij de Boss om de waren te verzamelen die ze vandaag moeten proberen te verkopen. 'Hope to see you soon,' zegt de dochter en dat hoop ik ook. We zijn zeker van plan om zo snel mogelijk naar Lovina terug te keren, misschien volgend jaar al en dan voor een week of acht.

We hadden afgesproken dat we om 11 uur door Pak Wayan zouden worden opgehaald, maar om 10.15 zitten we al in de auto. Pak Wayan neemt allerlei binnenweggetjes en het lijkt drukker dan normaal. 'There are special ceremonies today, weddings and perhaps funerals.' Voor elke belangrijke gebeurtenis in het leven bepaalt de 'high-priest' welke dag daarvoor het best geschikt is. Pak Wayan is zelf priester, maar heeft nog niet het vijfde, het hoogste, niveau bereikt. Hij is van plan daar de nodige tijd en studie aan te wijden maar dan zou hij zijn baan moeten opzeggen waardoor hij afhankelijk wordt van financiële ondersteuning van zijn zoon, of van de giften die mensen hem voor zijn diensten geven. Veelal in natura maar ook in geld. We hebben bijna de hele rit met hem over het hindoeïsme en zijn rol als priester gesproken, maar dat verhaal is te uitgebreid om nu te vertellen.

Door het sterke stijgen en dalen klappen mijn oren meteen dicht en helaas is gapen daar niet tegen opgewassen. Een beetje wazig van de druk in mijn hoofd en het niet goed kunnen verstaan van wat er gezegd wordt, dommel ik een beetje in totdat we bij een eettentje stoppen. Niet om te eten, wel voor koffie. De warung is aan de doorgaande weg maar heeft gelukkig wel een parkeerplaats om veilig uit te stappen.



Op het 'terras' zitten twee vechthanen in een kooi. De ene is stil; waarschijnlijk is hij een strategie aan het bedenken voor zijn volgende gevecht. De andere laat om de 20 seconden een geluid horen dat als gekraai begint maar als gelach eindigt. Een lachende haan had ik nog nooit zelf gezien. Dit exemplaar heeft door dat uitbundige gelach de neiging om zich te verslikken. Ernaast ligt de hond half op een soort podium wat te hangen. Er helemaal opklimmen gaat niet want hij is erg kort aangelijnd. Hij wordt bijzonder jaloers wanneer ik de hanen film.

In de etalage, in de felle zon, ligt een geroosterd speenvarken waar aan één kant – de keukenkant – al flinke stukken zijn uitgesneden. De publiekskant ligt er fraai en ongeschonden bij.



Wanneer we weer verder gaan, rijdt er een open vrachtwagentje voor ons met in de laadbak drie lagen hoog opgestapelde kooien, volgepropt met kippen. Ze hebben het duidelijk niet makkelijk in die hete zon, zonder water en bewegingsruimte. Soms is het wat dubbelzinnig op Bali. Enerzijds is er veel respect voor alles wat leeft, anderzijds schijnt er een onderscheid gemaakt te worden tussen dieren die wel of niet voor consumptie zijn bedoeld, maar gelukkig worden dieren nog niet zo grootschalig geëxploiteerd als in het Westen.

Het verkeer neemt ongemerkt toe en voordat we er erg in hebben, rijden we al door Denpasar. Op een groot kruispunt moeten we lang wachten voor een verkeerslicht. Het wachten wordt vergezeld door een vrouwenstem die met behulp van een versterker het verkeer overschreeuwt. 'Waar maakt zij reclame voor?' vraag ik, want het klinkt duidelijk als een reclameboodschap. Volgens Pak Wayan geeft ze een soort verkeersles over de regels op dat kruispunt, hoe je je in het verkeer moet gedragen, dat alle motorrijders een helm moeten dragen en nog meer van dat soort opfrisregels.

Eindelijk rijden we Sanur binnen. Overal winkeltjes, restaurants, warungs, beauty parlours en massagehuizen. En toeristen. Een heleboel. Sommigen zien er echt uit als toeristen, anderen hebben een air van 'long time live here' en springen geroutineerd op hun brommer. We rijden langs Hardy's en vijf seconden later draait Pak Wayan de lange oprit naar het hotel in.

Het is een hotel zoals je er zovele vindt in Indonesië en in het bijzonder hier op Bali. Kamers verdeeld over twee verdiepingen met een veranda of een balkonterras. Er zijn twee zwembaden. In het midden staat een gebouw met drie verdiepingen. Ik heb het idee dat hier de mensen zitten die een appartement gekocht hebben. Soms verhuren ze die aan toeristen.



Wij lopen dit echter allemaal voorbij en krijgen een kamer op de eerste verdieping van een achteraf gelegen gebouw. De kamer biedt heel veel privacy maar het uitzicht is minder inspirerend dan in Ubud of Lovina. We kijken uit op een muur, weliswaar mooi begroeid, maar het blijft een muur. Ik vraag me steeds af wat er aan de andere kant is.... In een hoek is ook nog een soort meditatieplek gemaakt. Hier brengt de offervrouw dagelijks bloemen, rijst, fruit en wierook. Ik vind het uitzicht niet eens zo belangrijk want er is zoveel te doen in Sanur. Ik denk dat we niet veel op de kamer zullen doorbrengen.



zondag 12 oktober 2014

Bali 2014 — Afscheid van Lovina

Het is vandaag de laatste dag in Lovina. Morgen worden we om 11 uur door Pak Wayan naar Sanur gebracht.
Op dit stuk strand hebben drie verkoopsters het voor het zeggen: Sari, haar dochter (voor armbandjes, riemen en kettingen), en een zekere Asih. Er lopen ook wat mannen rond met houtsnijproducten en schelpen, maar die zijn niet zo fel als de dames en laten zich makkelijker afwimpelen. Maar mijn 'Maybe tomorrow,' van een paar dagen geleden beschouwt Asih als een belofte. Elke dag wanneer we op het zeeterras zitten, komt ze naar ons toe en zegt 'Don't forget, Ibu, you buy something from Asih, ya?'

We zitten net aan de lunch, of eigenlijk hebben we net besteld, of zie ik Sari in de verte al aankomen met een groot pak kleding op haar hoofd. Om haar vóór te zijn, wenk ik haar en vraag of ze Asih wil halen. Wanneer Asih even later lachend bij de doorgang naar het strand staat, loopt Sari argwanend om haar heen. Ik wil batikshirts voor Dick kopen en voor de juiste maat heb ik de breedte en de armsgaten opgemeten. Net wanneer Asih me twee shirts van verschillende maat wil laten zien, heeft Sari al een ander shirt (van haar) uitgespreid. 'This is good size, I know,' Ik zie dat het een Indonesische L is, veel te klein. Ik pak mijn meetlint en begin Asih's shirts te meten. Eentje heeft de perfecte maat, maar niet de juiste kleur. Ze belooft me om andere te halen.

De lunch staat inmiddels al een poosje af te koelen. Ook de strandhond is naar het terras geglipt en heeft van Dick al wat appetizers gekregen. Mijn lunch wordt 60/40 tussen Hond en mij gedeeld.
Asih komt terug met de juiste maat en kleuren die Dick heel goed zullen staan, al weet hij dat zelf nog niet.



Het is veel te heet om lang te onderhandelen. Ik heb de prijs van Krisna Oleh-Oleh Bali in mijn hoofd en het afdingen lukt aardig, al hou ik mijn rechterhand op mijn rug, want elke keer wanneer Asih een prijs zegt, steekt ze haar hand uit om de koop te bezegelen en als je die pakt, zit je eraan vast. We hoeven niet zo lang te onderhandelen; ik gun het haar graag. Zowel Asih als ik zijn tevreden met ons resultaat.

Het begint al te schemeren. Ik zit ik op de veranda ons verblijf in Lovina te overpeinzen. Ik heb me hier, in het Adirama Beach Hotel  echt thuis gevoeld. Je hebt hier grote vrijheid in je doen en laten. Het personeel houdt alles op ontspannen manier nauwlettend in de gaten, maar je voelt je niet bespied, eerder veilig. Lovina, en zeker dit hotel, zijn de moeite waard voor een toekomstige long-stay. Opeens ruik ik de geur van wierook. Het offervrouwtje is met haar avondronde bezig. Geconcentreerd en met toewijding voert ze de handelingen uit. Ze straalt rust uit, die ik gretig in me opneem.



vrijdag 10 oktober 2014

Bali 2014 - Krisna Oleh-Oleh Khas Bali

Srie vraagt of we het warenhuis Krisna Oleh Oleh Khas Bali kennen. Je kunt er kleding, sieraden/accessoires, mooie sarongs, tassen en typisch Indonesische snoeperijen kopen. Volgens haar is het in vergelijking met Hardy's zeer luxe. De kwaliteit is ook beter en de prijzen navenant hoger. De vestiging is pas een paar maanden geleden geopend.
We zijn nieuwsgierig geworden en vragen Srie om voor transport te zorgen. De odong-odong is net weg, maar de hotelauto is wel beschikbaar.



De begroeting in de winkel is vriendelijk en de eerste indruk is rustgevend. Bij Hardy's kan het aanbod wat overdonderend zijn, het etaleren van de hoeveelheid grijpt je naar de keel. Ik ben eigenlijk ook benieuwd naar de prijzen. Ik kreeg het idee dat de prijzen hier vergelijkbaar waren met wat ik gewend ben in Nederland, maar het valt heel erg mee. De prijzen liggen eigenlijk veel lager dan die van de verkoopsters op het strand, waar ik een leuke halsketting voor 50.000 rupiah gekocht heb. Het kost naar Nederlandse begrippen geen drol, maar voor dat bedrag kan ik hier zeker vier mooie halskettingen kopen.



Op zoek naar een mooi shirt voor Dick, spreek ik een verkoopster aan die alvast begint te giechelen. Vandaag heb ik geen zin om mee te giechelen, want ik ben hier voor serious business. Het grappige is dat ze qua maatvoering hier de shirts wel in de wijdte aanpassen, maar geen rekening wordt houden met de uitsnijding van de armsgaten. Zo kan het dus gebeuren dat Dick een shirt past waarin hij zijn armen niet langs zijn lichaam kan laten hangen maar hem wel de juiste houding geeft om als vogelverschrikker in de sawa te staan. Na lang passen en nog meer gegiechel, wordt er eindelijk een shirt gevonden met een redelijke vrijheid van armzwaai. Af en toe wuif ik Dick wat koelte toe met mijn waaier want de her en der verspreide airco-units hebben net niet genoeg capaciteit om de hele ruimte te koelen.

We hebben twee uur uitgetrokken om er rond te kijken. Ik doe dingetjes in mijn mandje, leg ze terug, doe ze toch weer in het mandje... eigenlijk de gewone gang van zaken, althans voor mij.
Wanneer we uiteindelijk bij de kassa staan hebben we een shirt, twee hoeden en een hoop snoepgoed in het mandje. Ik ben niet gezwicht voor de leuke tassen en al die grote en kleine hebbedingetjes. We hebben wel een forse zak Bali-koffie gekocht. Het hotel heeft geen koffie-en theevoorzieningen op de kamer en ik mis de mok koffie om de dag mee te beginnen. Gelukkig had ik thuis voor alle zekerheid zo'n electrische verwarmingsspiraal in de koffer gemikt. Nu hoeven we niet voor elke kop koffie naar het restaurant of roomservice te bellen.



Buiten proberen we nog bij een BRI ATM geld te pinnen, maar helaas lukt dat niet. Dan maar naar het restaurant om wat dim sum en een groot glas teh es te bestellen, in afwachting van ons retourvervoer. Even later zien we de odong-odong al het terrein op scheuren. Toch maar even doorrijden naar Lovina-centrum om bij de tot nu toe betrouwbare BNI ATM geld te pinnen. 'Niet teveel contant geld opnemen,' waarschuwt Dick, maar we vertrekken hier vrijdag om daarna nog zeker dertien dagen in Sanur te zitten. Dat contante geld raakt echt wel op!

woensdag 1 oktober 2014

Bali 2014 – Fietsen in Lovina

Het is vandaag een uitstekende dag om eens op de fiets te stappen. Hoewel het fietsen hier toch wat risico's heeft, kan het me niet ervan weerhouden om me met ware doodsverachting in het drukke gewoel van Bali te werpen.
Adirama heeft twee fietsen ter beschikking, beide met een derailleur. Ik hoef geen acht versnellingen, en al helemaal niet met een derailleur. Ik heb altijd trammelant mee.

Srie roept iemand om de banden keihard op te pompen. Eerst nog even de zadels op de juiste hoogte instellen en dan proberen om een gaatje in de aanhoudende stroom motorfietsen en auto's te vinden.
Het is een beetje onwennig in het begin, maar na een meter of 100 begint het weer vertrouwd te voelen. De auto's en motoren hebben de gewoonte om te toeteren wanneer ze iemand inhalen. Het is gewoon een waarschuwing: ga geen gekke dingen doen want ik ben van plan om rakelings langs je heen te scheuren.
De meesten passeren met redelijke afstand, maar sommigen nemen het niet zo nauw. Van een grote touringcar heb ik zelfs goed zicht in de wielkasten.

We besluiten om — hoe moeilijk het oversteken ook is — een straatje naar rechts in te gaan. Dat moet naar een desa leiden. De mensen langs de weg hebben allerlei handeltjes voor hun huis en groeten vriendelijk. Soms hoor je vanaf een onzichtbaar erfje 'Hello! How are you?' roepen en dan roep ik 'Baik!' terug. De weg stijgt en ik probeer de versnelling uit. Die houdt het goed vol, maar ik helaas niet. De weg stijgt behoorlijk en dat ben ik niet gewend. Dick is al uit het zicht verdwenen en het fluiten op m'n vingers hoort hij niet. Ik stop bij de ingang van een erf vol met bomen. Er is niemand te zien, maar er zijn wel allerlei stapels stenen en hout te zien. Een Bali-hond zonder halsband komt met een twijfelachtig blafje op me af. Eigenlijk heeft hij geen zin om te blaffen, maar hij is nu eenmaal hond en die doen dat. De hond en ik vertrouwen elkaar niet erg, maar zolang we gepaste afstand houden, tolereren we elkaar.



Wanneer Dick eindelijk heeft gemerkt dat ik niet meer achter hem fiets en weer triomfantelijk fris bij me staat, gaan we een stuk terug om richting Kaliasem te gaan. Volgens mijn herinnering aan de kaart van Bali, ligt Kaliasem vóór de bergrug en als we daar doorheen zijn gereden en daarna een doorsteek naar de grote weg maken, zullen we ongeveer in de buurt van ons hotel uitkomen. Nu rij ik voorop, maar wanneer ik achterom kijk, zie ik dat hij met iemand staat te praten en mij driftig wenkt. We schijnen langs het huis van Appel te hebben gereden, die ons nu uitnodigt om koffie te drinken. Hij heeft een leuk erf, waar allerlei kippen scharrelen en drie vechthanen in hun kooi zitten. Een brutale kip loopt er uitdagend tussendoor, wetende dat ze van deze macho's niets te vrezen heeft. Er spelen drie kinderen, eentje van Appel, de andere twee van familie.
Zijn zoontje komt trots een schetsboek met zijn tekeningen laten zien. We zijn natuurlijk vol bewondering. Ik zal onze oudste dochter, die na ons met haar gezin in Adirama gaat logeren, doorgeven dat ze ook een schetsboekje met kleurpotloden in de oleh-olehtas moet doen.



Het is mogelijk dat de video op een mobiel apparaat met Safari niet naar behoren wordt weergegeven.

We worden aan Appels vader en moeder voorgesteld en krijgen heel gastvrij koffie en bananen aangeboden. Zijn vader is smid en maakt niet alleen messen maar ook krissen. Nu is hij bezig met een kapmes. Bij de bank waarop we uitpuffen, staat een ouderwetse fiets die uit 1942 dateert en nog van Appels opa is geweest die bij het postkantoor werkte. Als je de achterband zou plakken zou je er zó op weg kunnen rijden. Na een half uur stappen we weer op. Appel geeft of nog even instructies hoe we moeten rijden om niet op de grote weg terecht te komen.

Eerst moeten we nog een kleine klim door rul zand maken. Fietsen lukt hier niet maar wanneer we eindelijk weer op een begaanbare, smalle weg zijn en ik van versnelling wil veranderen, gebeurt het. Ketting eraf. Dat ding zit muurvast tussen trapper en as. Daar staan we, zonder gereedschap in the middle of nowhere! Dick rukt en trekt om het los te krijgen, maar er zit geen beweging in. We staan net voorbij een bocht in de volle zon. Ik hoor al een motor aankomen en stap alvast opzij. Op de motor zitten een jonge en veel oudere man. Ik schenk geen aandacht aan hen want ik ben gewend dat mensen wel meewarig naar je pech kijken, maar verder weinig doen om je te helpen. 



Maar in Indonesië gaat het er toch anders aan toe. De mannen stoppen en vragen wat er aan de hand is. En wat er dan gebeurt is bijna niet te geloven! Ze stappen af en proberen samen de ketting er weer op te krijgen. Wanneer dat niet lukt, pakken ze wat gereedschap van onder de buddyseat en beginnen de kettingkast los te schroeven. Samen met Dick krijgen ze, na heel veel peuteren, de ketting los. Hun handen zitten onder de smeer. Ze testen zelfs nog even of alles goed werkt! Daarna vegen ze hun handen aan de stam van een boom af en maken voor de finishing touch hun nagels nog schoon met de tissues die ik driftig aan het uitdelen ben. Daarna nemen ze met veel 'good bye' en 'see you' afscheid van ons. Zijn het kanjers of niet!!!
'Gebruik maar geen versnelling meer,' zegt Dick, wanneer we onze toch voortzetten.

De weg is bijzonder smal en heel slecht, vol gaten en brokstukken steen. We worden van alle kanten gegroet, door zowel volwassenen als kinderen. 'Nu-u no-og ee-een le-ekke ba-hand,' mompel ik hardop, maar dat komt er door de hobbelige weg wat schokkerig uit.
Het is een mooie desa met allemaal vrijstaande huizen en huisjes onder grote, lommerrijke bomen. De school is net uit en overal zie je geüniformeerde kinderen naar huis lopen. Er rijden echter ook jongens van een jaar of tien, elf jaar met z'n drieën op een motor. De jongens op de buddyseat laten hun benen geroutineerd nonchalant hangen bij gebrek aan voetsteunen.

In de warungs langs de weg is het behoorlijk druk. Het is lunchtijd en iedereen heeft wel een vast stekje voor een kom bakso.  
Wanneer we weer bij de grote weg zijn aangekomen, duurt het zeker vijf minuten voordat ik een gaatje in het verkeer vind en durf over te steken. En dan nog is het een kwestie van op mijn karma vertrouwen en gewoon opstappen en stukje bij beetje naar de linkerkant van de weg zien te komen. Het accelereren en invoegen in de dichte stroom vraagt nu eenmaal andere technieken wanneer je op de fiets zit.
Heelhuids en zonder kleerscheuren zijn we weer thuisgekomen.

dinsdag 30 september 2014

Bali 2014 – Korte impressies op het strand van Lovina Beach

's Morgens vroeg is het altijd druk op het strand. Het is vloed en de boten die de gasten ophalen om hen naar het snorkelgebied te brengen, staan keurig te wachten. 
Snorkelen is niks voor mij. Lang geleden, toen ik het eens wilde uitproberen, liep mijn snorkel vol water. Bijna verzopen in m'n eigen duikbril. 
'Dan maar aan de vlerk hangen,' maar dat is nog niet zo eenvoudig, want door de stroming werd ik steeds onder de boot getrokken. Nadat ik de vlerk voor alle zekerheid in mijn knieholte verankerd had, heb ik dik een uur als een luiaard eraan gedobberd. En daar was niks hoyhoy bij.



We zitten in het seaside restaurant en ik geniet van een jeruk panas. 
'Achter je, op de hand van het beeld, zit een 7-cm-grote sprinkhaan,' hoor ik Dick zeggen, 'maar hij zit met z'n rug naar je toe dus hij springt niet in je nek.'

----------

Wanneer Dick bij de railing van het restaurantterras van zijn Bintang geniet, staat er plotseling een schattig meisje voor zijn neus met haar arm vol kettingen en armbandjes. 'No, thank you,' zegt hij de eerste keer dapper, maar ze is vasthoudend. Het duurt maar eventjes, voordat geld en armband van eigenaar wisselen. De armband heeft hij de rest van de vakantie dagelijks gedragen.



dinsdag 23 september 2014

Schilderworkshop in Lovina bij een Balinese kunstschilder

Het bezoek van Dick aan een Balinese kunstschilder.

Intuïtieve schilderles.

Vandaag is het zover. Om 14.58 ga ik eens op zoek naar Appel, want die heb ik nog niet gezien. Ik vind hem in het dragershokje. Hier zitten de 'boys' die koffers sjouwen, gras maaien enzovoort. Ook een paar leuke kamermeisjes zijn hier te vinden, dus ondanks de armoedige omgeving hebben ze lol. als Appel me ziet kijkt hij op de klok. "Nog niet!" Zegt hij benauwd. Ze werken hier dus tot op de minuut. Even later komt hij me halen.
Ik moet achter op de motor mee, op een minimale buddyseat. Gelukkig is het niet ver, een kleine kilometer, maar het grootste deel gaat over een onverhard hobbelpad. We rijden het erf op van een inlands huisje: parkeerterrein, moestuin, waterput, loslopende haan met kippen.

Onder een afdak staan schilderijen langs de wanden, op een groen kleed staan op primitieve maar toch effectieve ezels twee canvasdoeken klaar. De cursusleider verschijnt, een man met een petje op. Eerst moeten we ontspannen.
We gaan aan weerszijden van een tafeltje zitten. Alleen ík krijg koffie. 'Zonder suiker' zeg ik. Toch wordt er een grote suikerpot bij gezet en is de koffie al gezoet. De drank is bloedheet, dus na een paar minuten sta ik op en ga de schilderijen bewonderen. De schilder vraagt of ik van abstract of meer van impressionisme houd. Ik kies het laatste.



De Meester neemt op zijn hurken plaats achter het laagste ezeltje. Hij zal het voordoen. Hij schildert uit het hoofd, uit fantasie, maar neemt als leidraad een schilderij dat iets verderop aan de muur hangt. Met slechts vier kleuren olieverf, twee paletmessen en een kwast maakt hij binnen een uur een bospad door een oerwoud waarop een vrouw loopt met een grote last op het hoofd.
Als het klaar is loopt hij even weg om zich op te frissen, en mij de gelegenheid te geven mijn bewondering uit te spreken tegen Appel, die al die tijd op de mat heeft liggen slapen. Dan is het mijn beurt. Omdat olieverf zo langzaam droogt kies ik voor acrylverf, zodat ik het werk naderhand kan meenemen.
Ik heb goed opgelet en kan vooruit maar het gaat niet zo vlot en mooi als ik gewend ben. Ik mis duidelijk de ervaring. Ik heb ook nooit met paletmes gewerkt en ken de planten niet zo goed. Toch gaat het wel aardig en met af en toe een aanwijzing of voorbeeld kom ik een heel eind. Uiteindelijk kies ik niet voor een vrouw met hoofdlast, maar zet spontaan een bananenplant op de centrale plek. Daar kijken ze van op, ook Appel is intussen wakker geworden, en ze vinden het een goede vondst. Zelf ben ik best tevreden met het resultaat.
Achter op de motor word ik weer naar het hotel gebracht. Het schilderij komt morgen, als het goed droog is.


Een dag later zit Dick op de veranda van de hotelkamer. Hij heeft een klein schilderboekje opengeslagen en wat verf op een schoteltje gedaan. Bij gebrek aan paletmessen gebruikt hij de kwasten die hij uit Nederland had meegenomen. Na een uurtje laat hij het resultaat aan me zien.


Bali 2014 – De spreien van Sari


Om 14.00 zit ik op het terras op Sari te wachten. De verlegen jonge vrouw, die haar dochter blijkt te zijn, seint me in dat haar moeder eraan komt. Ik heb nog niet geluncht en bestel tosti's die ik liefdevol met Dick deel: hij de tosti's, ik de frietjes. Ik heb er expres bacon bij besteld want het hotelkatje heeft zijn positie naast me alweer ingenomen. Ik krabbel hem voorzichtig over zijn bolletje. Hij heeft scherpe nageltjes. 
Gisteren sloeg hij speels naar mijn hand en prikte door mijn huid heen. Het gevolg was een aantal flinke, jeukende bulten. Dat is voor mij niets bijzonders; daar heb ik ook altijd last van wanneer Willem, onze kat, een beetje te woest bezig is. maar juist op dat moment zei Dick 'Laat je niet krabben, hè, want straks krijg je misschien infectie.' Ik deed maar net of ik het niet gehoord had en hield mijn hand onder de tafel. Eerst maar even afwachten of ik kaakklem krijg, of een streep op de binnenkant van mijn arm. 



Vandaag blijkt er gelukkig niets aan de hand te zijn. Er zijn wel bulten, maar die vallen niet op tussen de andere bulten die ik hier door het contact met allerhande insecten oploop. Zelfs het lopen van een insect over mijn huid laat al een jeukspoor achter. Voor- en achteraf insmeren met de Indonesische Autan helpt zowel het voorkomen van een steek of beet en jeuk en zwelling achteraf.

Eindelijk zie ik Sari verschijnen. Ze laat me patchworkspreien zien maar ik leg jaar dat ik de geweven spreien wil. "No problem, Ibu." Ze stuurt meteen haar dochter naar hun 'Boss' om andere te halen. De dochter wordt door Sari aangemoedigd om het in looppas doen, ondanks de hitte. Dat het heet is zie je ook aan Sari. Het zweet ligt in dikke druppels op haar gezicht. 
Even later staat de dochter met een groot pak op haar hoofd hijgend weer bij ons. Helemaal onderop zit een sprei van het goede type, maar helaas niet van de juiste kleur en afmeting. We spreken af dat ik nog even verder eet terwijl zij een donkerblauwe uit het assortiment bij haar Boss probeert te vinden. De dochter vraagt nog waar ik de armbandjes die ik om m'n pols draag, heb gekocht. Ik vertel haar dat het handmade bandjes zijn die mijn kleinzonen voor me gemaakt hebben.



Het restaurantpersoneel van Adirama houdt intussen discreet een oogje in het zeil. Deels uit nieuwsgierigheid maar, naar ik hoop, ook ter bescherming van de gasten. Ze hoeven echter niet bang te zijn. Qua gestalte zou ik Sari goed aankunnen tenzij ze stiekem in het bezit van de zwarte band is.
Mijn frietjes zijn inmiddels koud geworden. Ik leg ze opzij voor de strandhond, Boy, die een vaste plaats heeft bij het hek naar het strand, maar altijd precies weet wanneer er iets te halen valt.



Na een kwartier komt Sari weer aangekuierd, nu met een donkerblauwe kingsize sprei. Ik zie meteen dat het eigenlijk weer niet de goede is. Dit exemplaar heeft heel smalle banen met rood en een enkel streepje geel erdoor, maar ik heb het hart niet om Sari weer terug te sturen. En eigenlijk vind ik hem best leuk. Ter plekke besluit ik dat ik er nog eentje wil. Ze weet niet zeker of haar Boss ze nog op voorraad heeft, dus spreek ik met haar af dat ze straks om 18.00 weer terugkomt met twee identieke spreien. Terwijl ik dat zeg doe ik een loombandje af en doe het bij de dochter om de pols. 
'A lucky charm for you,'. Het zoontje geef ik nog snel een handvol snoep en een pluche gorilla die aan mijn nieuwe tas zat. 
En nu wachten we tot 18.00.

Dick komt even voor 18.00 terug van zijn schildersessie. Hij heeft heen en terug achterop de motorfiets gezeten en stond duizend angsten uit omdat hij maar weinig houvast had. Hij laat het doek zien wat hij in het atelier heeft gemaakt. Ik ben onder de indruk. Dick is geen beginner op het gebied van tekenen en schilderen maar wat ik zie is een stijl die ik niet van hem ken. En ik denk dat hij ook zijn Balinese leermeester heeft verrast. Ik kijk snel op mijn horloge. Het is tijd voor de afspraak met Sari.  

Wanneer ik op het terras kom, zie ik de dochter al ijsberend naar mij zoeken. Sari heeft de spreien al in een plastic zak geknoopt en laat mij door een kiertje zien dat het twee dezelfde spreien zijn. Betalen is geen probleem want de prijs is al afgesproken. Toch vraagt ze wat extra voor 'transpòr' maar ik laat haar zien dat mijn tasje verder leeg is. 'Ach Ibu, a little bit maar...' dus sjouw ik terug en geef haar nog 10.000 rupiah. Ik denk maar zo: als ik hier vakantie kan houden, moet ik niet zeuren over zeventig cent.

Op de hotelkamer onderwerp ik de spreien aan een grondige inspectie. Ze zijn heel dicht geweven en behoorlijk zwaar. Ik ben benieuwd hoeveel ze toevoegen aan het toelaatbare bagagegewicht.



zaterdag 20 september 2014

Bali 2014 – Met de odong-odong naar Singaraja

Na het ontbijt willen we naar Singaraja om bij Hardy's wat boodschappen te doen. We moeten wel om 14.00 terug zijn want dan heb ik een afspraak met Sari over de sprei. Bovendien wordt Dick om 15.00 opgehaald om bij een professionele kunstschilder wat ervaring op te doen in typisch Balinese schilderstijlen.



Omdat de vaste taxichauffeur net weg is, vraagt Srie of we eventueel met de odong-odong gebracht willen worden. Helemaal geen bezwaar! Juist heel leuk want je voelt je direct betrokken bij het verkeer. Sommige motorrijders komen vlak naast het autootje staan en kijken je nieuwsgierig aan. Ik grijns terug en dat werkt altijd. Oogcontact verbroedert, althans hier op Bali.



Hardy's is een warenhuis, maar niet van het soort dat we in Nederland gewend zijn. Deze Hardy's is groot en uitgebreid want het heeft maar liefst drie verdiepingen. Op de begane grond zijn wat cosmetica-speciaalzaakjes en een supermarkt, dan volgen twee verdiepingen met kleding en de bovenste is voor een groot deel gereserveerd voor sport, spel en vermaak in de vorm van kermis met het nodige lawaai. Dick gaat nog even bij de teken- en schilderspullen kijken, maar sinds we in Nederland de Action hebben, moet je van goede huize komen om die prijzen te evenaren. 
Het personeel bestaat uit jonge meisjes, kinderen bijna. Ze mogen waarschijnlijk nooit even zitten, want wanneer je tussen de overvolle rekken loopt, kan het voorkomen dat je plotseling een verkoopstertje, half verscholen tussen de kleiding, op haar hurken ziet zitten. Maar wel met een telefoon aan haar oor geklemd. 



Ik merk dat er een groot verschil in sfeer is tussen een officiële winkel en de gewone warung. De vriendelijkheid die in een warung zo duidelijk voelbaar is, ontbreekt zodra de werkrelatie formeel wordt zoals bij Hardy's. De manier waarop het personeel je te woord staat, of de manier waarop je wordt geholpen, is geformaliseerd en onpersoonlijk, soms bij het onvriendelijke af. Bij Hardy's in Sanur bijvoorbeeld, is het personeel zó jong dat ze vaak in groepjes met elkaar kletsen en verstoord opkijken wanneer je als klant een vraag hebt. Hun response is soms behoorlijk stug. Maar er lijkt ook geen begeleiding van hun managers te zijn. Het management heeft wel eisen maar schijnt zelf weinig bedrijfsrisico te lopen want ik heb gehoord dat in geval van winkeldiefstal, het bedrag van de geleden schade gekort wordt op het loon van de werknemers. Ook een tekort in de kas wordt op de caissière verhaald. Vanuit dat standpunt is het niet zo vreemd dat je als klant nooit helemaal op je gemak kunt rondkijken omdat constant iemand op twee meter afstand jou in de gaten houdt, of dat de caissière het wisselgeld twee keer natelt voordat ze het afgeeft.
Een van de zinloze eisen die er aan de werknemers van Hardy's gesteld wordt, is het dragen van dichte, zwarte schoenen, voor vrouwen het liefst met een middelhoog hakje. Er zijn maar weinig gezinnen die zo'n paar in de kast hebben staan want het merendeel loopt op modieuze teenslippers, soms ook voorzien van een hakje. Om toch aan die eis te voldoen proberen ze ergens zwarte schoenen te lenen maar helaas hebben ze zelden de goede maat te pakken. Het gevolg is dat ze sloffend of klepperend door de winkel lopen. Sommige vrouwen doen me aan kleutermeisjes denken die met de schoenen van hun moeder mogen spelen. Het staat verre van professioneel. 

Op de afdeling met muziekinstrumenten speur ik naar een zogenaamde travel guitar. Het merk is niet zo belangrijk en ik hoop dat ik iets van echt Indonesische makelij kan vinden. Tot mijn verbazing zie ik rekken vol met Fender en Yamaha gitaren! Wow, een echte Fender voor nog geen €19! Een bedrag waar je in Nederland nog geen set snaren voor kunt kopen.



Bij de versafdeling van de supermarkt heb ik een kwartiertje staan likkebaarden. Al dat verse fruit en groenten. Er zijn zelfs verschillende soorten suiker. De gula merah (rode suiker) hebben ze zelfs in allerlei vormen. Ik hou van voedsel. Het hoeft niet veel te zijn, maar de ingrediënten moeten wel vers en van goede kwaliteit zijn. En wanneer een goede kok dat alles kan bereiden tot een smakelijk gerecht, zul je mij niet horen klagen. De meestal bescheiden porties die je in een warung of restaurant krijgt, zijn voor mij precies goed. Je voelt je verzadigd maar niet amechtig. Volgens mij ligt dat niet alleen aan de hoeveelheid maar ook aan het ontbreken van allerlei kunstmatige houdbaarheidstoevoegingen. Toch zijn er nog mensen die het liefst hun bord zo vol mogelijk zien, zoals de Australiër die meteen maar twee porties nasi campur bij de serveerster bestelde "because you always serve those tiny portions."



Vandaag is het opvallend druk. Het is het einde van de ramadan. Hele families trekken er op uit om cadeautjes te kopen en nieuwe kleding aan te schaffen die meestal wat traditioneler van snit zijn. De afdeling met westerse kleding is erg in trek bij de jonge vrouwen. Ik vind het lijken op wat mijn moeder vroeger 'kermiskleding' noemde. Felle kleuren met veel goudkleurige gespen en glitterversieringen. 
Dick staat al ongeduldig te wachten. De tijd dringt. Hij wil zijn voorraad Bintang aanvullen en nog wat geschikt snoep kopen voor de kinderen die je onderweg tegenkomt. Wij delen altijd alleen maar voorverpakte snoepjes uit. 

Wanneer we met onze boodschappentassen weer in de odong-odong zitten, slaat de motor steeds af. We hoeven toch niet te duwen? In deze hitte spring ik wel bij de eerste de beste motorfiets achterop. Gelukkig heeft de chauffeur goede vibes want even later, met wat rookwolken door aanhoudend gas geven, komt er leven in het geval. Onderweg komen we een verkeersbord tegen dat ons waarschuwt dat er overstekende yeti's te verwachten zijn.
Nu in volle vaart naar huis toe! Home sweet home Adirama!





zaterdag 13 september 2014

Bali 2014 – Ontmoetingen op Lovina Beach

Het wordt tijd om geld te pinnen. De euro staat gunstig ten opzichte van de rupiah, maar dat betekent wel dat het pinnen van 1.200.000 rp – ongeveer €100 – je portemonnee in de uiterste rekstand zet. Vorig jaar waren er nog weleens problemen met pinnen, maar dit jaar gaat alles goed zolang je maar 'checking account' kiest op de vraag van welke rekening je geld wilt opnemen.

Na de lunch gaan we een strandwandeling maken. Het is eb en een goed moment om modderdiertjes te ontdekken en om andere dingetjes die aangespoeld zijn te bekijken. Ik was van plan om alleen mijn iPhone voor foto's bij me te steken maar schuif op het laatste moment nog wat geld in mijn zak. 

Vorig jaar liepen er veel verkoopsters rond die vanaf het strand met smekende ogen naar het terras keken en ondertussen hun waren omhoog hielden. Ik kan daar niet zo goed tegen. Ik heb toen een geweven sprei gekocht en ik ben van plan om er nog eentje te scoren. Het is van een zware kwaliteit, er zit echt 'body' achter. Ik hou even in mijn achterhoofd dat ik bij die mooie jonge vrouw – die zich vorig jaar ook al de kaas van het brood liet eten door de rappere en ervarener venters – nog een kralenriem wil kopen. Wel een elastische natuurlijk ....



Het strand is stil, geen kip te zien, maar na 50 m komt er een mannetje aangehold. 'Hello Ibu, how are you today? You want see dolpins in Lopina? You take me, ya?' (De 'f' of 'v' wordt vaak uitgesproken als 'p', vandaar dat men tegen mijn vader 'Oom Pret' zei). Na hem beleefd te hebben afgewimpeld, komt er een vrouw met een pak sarongs en jumpsuits naar me toe. Ze houdt me een jumpsuit voor, duidelijk XXS en zeker een aantal maten te klein, maar wanneer ik naar mijn lichaam wijs en dan naar het kledingstuk, rekt ze de elastische middel zo ver mogelijk uit en zegt 'Ayo, big enough,'. Helaas kan ze de twijfel in haar ogen niet verdoezelen. 
Vol goede moed begin ik mijn verhaal over de sprei en vraag of ze dat patroon nog in voorraad heeft. Kan ze morgen misschien langskomen om me dat te vertellen? - Ah Ibu, tomorrow have ceremony in village. Go to my village, see sister.- Dat is voor mij geen probleem en wil een afspraak voor de dag erna maken. Zij ziet echter de bui al hangen en is bang dat de sprei door een andere ventster verkocht zal worden, dus zegt ze gauw 'Ya Ibu, maybe tomorrow two o'clock. You there? What your name?' Eerst noemt ze mij Prinie, en Dick van de weeromstuit 'Priek', dan wordt het Pinie en Dieck. 'Okay, Pinie, I come tomorrow. My name Sari, not forget!' Natuurlijk vergeet ik het niet. Afspraak is afspraak!



Verderop zie ik buizen uit het zand steken. Waar ze vandaan komen, weet ik niet, maar ze gaan wel rechtstreeks de zee in. Bij vloed zijn ze aan het oog onttrokken. Een eindje verder komt er een kali uit in zee. Ik heb vanaf de brug aan de straatkant, waar deze kali onderdoor loopt, al gezien dat er verschillende grote en kleine buizen op uitkomen. De stroom is te breed om overheen te springen zonder natte voeten te krijgen. Het ruikt hier ook smeuïger dan een stukje terug. We keren maar weer terug.

Vlakbij het hotel komt de jonge vrouw op me af met haar kralenwerken. Ik had gisteren al gezien dat ze een klein zoontje heeft dat zich met een plastic flesje prima weet te vermaken. Mijn keus is al snel gemaakt, een riem in warme kleuren met erg veel rek dus het afdingen kan beginnen.
Het resultaat? Twee tevreden mensen!






donderdag 4 september 2014

Bali 2014 – Naar Lovina

De chauffeur, Pak Wayan, staat al op ons te wachten wanneer we uitchecken. Het is een iets oudere man met vriendelijke ogen. In Ubud is het razend druk en ik zit wat stilletjes achterin. Hoewel ik makkelijk tegen iedereen aan kan staan te kletsen, voel ik me altijd een beetje ongemakkelijk wanneer ik bij een vreemde in de auto zit. Dick zit er ook stil bij, erop vertrouwende dat ik straks het initiatief neem. 
Nadat we Ubud uit zijn en de stilte pijnlijk begint te worden, begin ik mijn 'Tante Es'-vragen te stellen, maar gezien zijn leeftijd zal ik maar naar zijn kinderen vragen. 
Pak Wayan is behalve chauffeur ook priester. Het Hindoeïsme heeft graag dat priesters getrouwd zijn zodat ze weten hoe het er in het dagelijkse leven aan toe gaat. De echtgenote is ook priester en staat op gelijke voet. Zij maakt wezenlijk deel uit van allerlei ceremoniën. Hij heeft twee kinderen, zoon en dochter, waarvan de dochter een bachelor in Education heeft. Zijn zoon staat op het punt van afstuderen (Accountancy). Dochter is getrouwd, heeft man en twee kinderen maar geen baan. Het liefst zou ze Engels willen studeren, maar dat stuit op verzet van haar echtgenoot. Zoon zal het zonder de juiste connecties en zonder een volle zak geld heel moeilijk krijgen om een baan te vinden. Het hebben van een goedgevulde beurs is niet alleen gunstig voor het krijgen van een goede baan, maar geeft ook toegang tot goede scholen. Geld opent heel veel deuren. Omkoperij is nog steeds een groot probleem in deze samenleving en zet de gewone man buiten spel. 

Een ander probleem op Bali is dat grond hoe langer hoe meer in handen raakt van rijke Javanen en buitenlanders. De laatste groep mag officieel geen grond kopen, maar kan het wel bewerkstelligen via een tussenpersoon die de transactie op zijn naam zet. Voordat je het geld overdraagt, moet je eerst heel grondig onderzoek plegen naar het bestemmingsplan, want het kan zomaar gebeuren dat er plotseling 'iets' niet klopt met je aankoop, of een bouwvergunning zonder uitleg wordt ingetrokken. Zie dan maar je geld terug te krijgen. En natuurlijk moet het contract met de tussenpersoon ook waterdicht zijn. Wanneer de grondaankoop op Bali niet lukt, wijken sommigen naar Lombok uit, wat voor buitenlanders niet altijd een goede oplossing is omdat Lombok op islamitische grondregels geschoeid is. Fysiek op korte afstand maar mentaal een wereld van verschil.

Het is nog steeds druk op de weg. Dat is niet zo raar, want deze route is de enige rechtstreekse verbinding naar het noorden. Gelukkig neemt Pak Wayan na Bedugul een andere weg, de bergen in, en na een paar kilometers is er nog maar weinig verkeer. Natuurlijk zijn hier wel de nodige brommers en motorfietsen. Sinds de bevolking gemakkelijk een microkrediet kan krijgen voor het financieren van brommers, heeft het bezit ervan een enorme vlucht genomen. Het lopen en fietsen om naar school en werk te gaan, of om goederen te vervoeren, heeft plaats gemaakt voor de gemotoriseerde tweewieler. Waar wij in het Westen kampen met overvolle autoparkeerplaatsen, hebben zij in heel Indonesië te maken met een groeiend tekort aan parkeerplekken voor brommers. 

De boeren in het gebied waar we nu doorheen rijden verbouwen kruidnagelen (de basis van de rijkdom van de VOC), bamboe voor de meubelmakerij en hortensia's. Ik heb nog nooit zoveel rijen hortensiastruiken bij elkaar gezien. Ze zitten niet echt vol in blad, maar zijn toch beter tegen hitte bestand dan de variant die ik in Nederland ken. Uiteindelijk gaan de struiken naar Denpasar, maar worden volgens Pak Wayan niet naar andere landen geëxporteerd. 


Op een parkeerplaats zien we mensen driftig met camera's en mobieltjes in de weer. Het is een bellevue tussen twee meren: danau Tamblingan en danau Buyan. Het is de hoogste tijd om de echte Balinese koffie á la tubruk te drinken. De Balinese koffie wordt tot bijna poeder gemalen. Hierdoor hoeft de koffie niet zo lang te trekken. Let dan wel op dat je vóór het drinken niet gedachtenloos in je kopje roert. Het poeder is zo fijn dat het weer tijd nodig heeft om te bezinken. Wanneer je een slok met drab neemt, heeft het dezelfde werking op je ingewanden als het doorspoelen van koffiedik door de gootsteen voor de afvoer.


Voordat we weer verder gaan, nemen we het uitzicht nog even in ons op. De meren liggen er bijzonder mooi bij, maar ik begin ongeduldig te worden. Ik wil nu zo snel mogelijk naar ons hotel om mijn Facebookvriendin Srie te ontmoeten. Ze werkt daar als Marketing Manager. Ik heb allerlei oleh-oleh voor haar en haar dochtertje bij me. 
De weg stijgt en daalt snel achter elkaar en ik kan er niet tegenop slikken om mijn oren vrij te maken. Mijn speekselklieren kunnen de vraag trouwens niet eens bijhouden. In de verte zie ik de zee. Wanneer we even later bij het Adirama Beach Hotel uitstappen, zie ik Srie al op me afkomen. Eerst  uitgebreid begroeten en nog even allerlei formaliteiten afhandelen en dan een plekje in het seaside restaurant vinden waar de zeewind me zachtjes omarmt.