Het blijft tobben met die Engelse voorzetsels, daar kunnen mijn studenten van meepraten. Aanleren is moeilijk omdat er geen regels zijn die je kunt toepassen. Het is meer een kwestie van veel lezen en luisteren.
Ik heb een lijst met voorzetsels gemaakt waar de meeste Nederlanders moeite mee hebben. Lees de lijst een paar keer door en allicht blijft er iets van hangen.
AAN
Londen
ligt aan de Theems.
Brighton
ligt aan zee.
Een
vakantie aan zee doorbrengen.
Lijden
aan …
Sterven
aan …
Rijk/arm
aan mineralen.
Gewond
aan zijn been.
Blind
aan een oog.
Doof
aan een oor.
Iemand
herinneren aan …
Zich
ergeren aan …
ACHTER
Achter
een boom.
Een
komma achter een woord.
Sluit
de deur achter je.
Achter
het huis.
BIJ
De
slag bij Waterloo.
Ik
heb geen geld bij me.
Bij
die gelegenheid.
Bij
slecht weer.
Bij
het oversteken.
Bij
de kerk.
Dichtbij
de kerk.
Bij
een firma werken.
Logeren
bij (mijn tante)
Bij
het vuur zitten.
Hij
voegde zich bij ons.
Bij
de slager.
We
bespraken de zaak bij een glas wijn.
Bij
het leger.
Bij
dag.
Bij
avond.
Bij
zijn aankomst / terugkeer.
Bij
haar eerste poging.
Bij
honderden.
Ik
dacht bij mezelf …
IN
Zij
is goed in tekenen.
In
hoge mate.
Ben
je ooit in Londen geweest?
Ik
ben twee jaar geleden in Londen geweest.
Vertalen
in het Engels.
MET
Met
Kerstmis.
Met
de fiets, auto, trein.
Met de post.
Met
geweld.
Met
z'n hoevelen zijn jullie? Met z'n zessen.
De
dame met de zwarte laarzen.
Met
inkt geschreven.
Met
opzet.
Verloofd/Getrouwd
met …
Feliciteren
met …
Met
vakantie/verlof.
Een
zak met geld.
Met
een snelheid van …
NAAR
Solliciteren
naar een baan.
Luisteren
naar …
Kijken
naar …
Zoeken
naar …
Ze
gooide een asbak naar zijn hoofd.
De
hond vloog me naar de keel.
Smaken/Ruiken
naar …
Informeren
naar …
Naar
zijn vader genoemd.
Naar
mijn mening …
Naar
alle waarschijnlijkheid.
Naar
huis gaan
Gekleed
naar de laatste mode.
Vertrekken
naar …
NAAST
Ze
zat naast me.
Hij
woont naast een café.
De
wijn staat naast je.
Naast
een caravan heeft hij nog een boot.
OM
Om
de maand.
Hij
vroeg om een sigaret.
Bekend/Beroemd
om …
Om
geld spelen.
Ik
wed om 5 euro.
Ik
ben er blij om.
Hij
keek om zich heen.
Om
de hoek.
ONDER
Onder
vrienden.
Onder
het ontbijt.
Wij
bespraken de zaak onder een kop koffie.
Onder
het lezen.
Onderaan
de bladzijde.
OP
Een
antwoord op een brief.
Op
school.
Op
het dak.
Eén
op de vijftig …
Eén
dokter op 10.000 inwoners.
Zij
wonen op een kasteel.
Op
een foto/schilderij.
Op
een boot.
Op
een eiland.
Op
een plein.
Op
het marktplein.
Kopen
op de markt.
Op
straat.
Verliefd
worden op …
Boos
op …
Op
de leeftijd van …
Op
tijd.
Op
mijn verzoek.
Een
uitzondering op een regel.
Op
de koop toe.
Op
deze manier.
Op
luide toon.
Op
zee.
Een
beroep doen op …
Op
het eerste gezicht.
Uitzicht
op een meer.
Zich
abonneren op …
Op
dat moment.
Stemmen
op …
Wachten
op …
Trots
op …
OVER
Boos/Verbaasd
over …
Een
brug over een rivier.
Over
land/zee
Over
de zestig (leeftijd)
Over
drie dagen.
Een
artikel over …
VAN
Afhangen
van …
(On)Afhankelijk
van …
Een
roman van J.K. Rowling.
De
tafel is van hout gemaakt.
Wijn
wordt gemaakt van druiven.
Negen
van de tien …
Ik
ken hem van gezicht.
Wat
is er van haar geworden?
Aan
board van een schip.
Iemand
verdenken van …
Iemand
beschuldigen van …
Een
brief van mijn oom.
Ik
ben moe van het lopen.
VOOR
Bang
voor …
Zich
verbergen voor …
Weglopen
voor …
Vluchten
voor …
Zorgen
voor …
(Uit)
Angst voor …
Typisch
voor …
Vriendelijk
voor …
Belangstelling
hebben voor …
Voor
een examen slagen/zakken.
NB Hij betaalde mijn koffie.
Hij betaalde de rekening.
Wordle: alexaztamayo.weebly.com |
London lies on the Thames.
Brighton lies on the sea.
To spend a holiday at/by the sea.
To suffer from …
To die from..
Rich/poor in minerals.
Wounded in his leg.
Blind in one eye.
Deaf in one ear.
To remind someone of …
- To be annoyed with (somebody)
- To be annoyed at (something)
Behind a
tree.
A comma after a word.
Close the door behind/after you.
Behind/At the back of the house.
The battle of Waterloo.
I have no money with me.
On that
occasion.
In bad
weather.
In/While
crossing.
Near the
church.
Close to
the church.
To work for a company.
To stay with (my aunt)
To stay at my aunt's
Sit by the fire.
He joined us.
At the
butcher's.
We discussed the matter over a glass of wine
In the
army.
In the
daytime / By day.
In the
evening.
On his
arrival/return.
At her
first attempt.
In
hundreds.
I thought to myself …
She is good at drawing.
To a great
extent.
Have you ever been to London?
I was in (went to) London
two years ago.
Translate into English.
At
Christmas.
By bike, car, train. (maar
on foot)
By post.
By force.
How many are you? There are six of
us.
The lady in the black boots.
Written in ink.
On
purpose.
Engaged/Married to …
To congratulate on …
On
holiday/leave.
A bag of money.
At a speed
of …
To apply for a job.
To listen to …
To look at …
To look for …
She threw an ashtray at his head.
The dog flew at my throat.
To taste/To smell of …
To inquire after …
Named after his father.
In my
opinion / To my mind …
In all
probability …
To go
home.
Dressed after/in the latest fashion.
To leave for …
She was is sitting next to/beside me.
He lives next-door to a pub.
The wine is at your elbow.
Besides a
caravan, he has a boat.
Every other month/Every two
months.
He asked for a cigarette.
Well-known/Famous for …
To play for money.
I bet you 5 Euros.
I am glad of it.
He looked about him.
Round the
corner.
Among
friends.
At
breakfast.
We discussed the matter over a cup of coffee.
While
reading.
At the bottom of the page.
An answer/reply to a letter.
At school.
On the
roof.
One in/out of fifty.
One doctor to 10,000 inhabitants.
They live at a castle.
In a
photo/painting.
On a boat.
In/On an
island.
In a
square.
In the
marketplace.
To buy at the market.
In the
street.
To fall in love with …
Angry with …
At the age
of …
- In time
(early enough)
- On time
(at the appointed time)
At my
request.
An exception to the rule.
Into the
bargain.
In this
way.
In a loud
voice.
At sea.
To appeal to …
At first
sight.
A view of a lake.
To subscribe to …
At that
moment.
To vote for …
To wait for …
Proud of …
Angry/Surprised at …
A bridge across/over a river.
By
land/sea.
Over/Past
sixty.
In three
days.
An article on/about …
To depend on …
(In)Dependent on …
A novel by J.K. Rowling.
The table is made of wood. (you can see the wood)
Wine is made from grapes. (you cannot see the grapes anymore)
Nine out of ten …
I know him by sight.
What has become of her?
On board a
ship.
To suspect somebody of …
To accuse somebody of …
A letter from my uncle (afkomstig van)
I am tired of walking.
Afraid of …
To hide from …
To run away from …
To flee from …
To look after … / To take care of
…
(For) Fear of …
Typical of …
Kind to …
To take an interest in … / To be interested in …
To pass/fail an exam(ination).
He paid for my coffee.
He paid the bill.
|
heel handig, thanks!
BeantwoordenVerwijderenheel handig, thanks!
BeantwoordenVerwijderen