donderdag 3 januari 2013

Engels - Voorzetsels? Een kwestie van oefenen!


Het blijft tobben met die Engelse voorzetsels, daar kunnen mijn studenten van meepraten. Aanleren is moeilijk omdat er geen regels zijn die je kunt toepassen. Het is meer een kwestie van veel lezen en luisteren. 
Ik heb een lijst met voorzetsels gemaakt waar de meeste Nederlanders moeite mee hebben. Lees de lijst een paar keer door en allicht blijft er iets van hangen.

AAN
Londen ligt aan de Theems.
Brighton ligt aan zee.
Een vakantie aan zee doorbrengen.
Lijden aan …
Sterven aan …
Rijk/arm aan mineralen.
Gewond aan zijn been.
Blind aan een oog.
Doof aan een oor.
Iemand herinneren aan …
Zich ergeren aan …




ACHTER
Achter een boom.
Een komma achter een woord.
Sluit de deur achter je.

Achter het huis.



BIJ
De slag bij Waterloo.
Ik heb geen geld bij me.
Bij die gelegenheid.
Bij slecht weer.
Bij het oversteken.
Bij de kerk.
Dichtbij de kerk.
Bij een firma werken.
Logeren bij (mijn tante)

Bij het vuur zitten.
Hij voegde zich bij ons.
Bij de slager.
We bespraken de zaak bij een glas wijn.
Bij het leger.
Bij dag.
Bij avond.
Bij zijn aankomst / terugkeer.
Bij haar eerste poging.
Bij honderden.
Ik dacht bij mezelf …


IN
Zij is goed in tekenen.
In hoge mate.
Ben je ooit in Londen geweest?
Ik ben twee jaar geleden in Londen geweest.
Vertalen in het Engels.


MET
Met Kerstmis.
Met de fiets, auto, trein.

Met de post.
Met geweld.
Met z'n hoevelen zijn jullie? Met z'n zessen.
De dame met de zwarte laarzen.
Met inkt geschreven.
Met opzet.
Verloofd/Getrouwd met …
Feliciteren met …
Met vakantie/verlof.
Een zak met geld.
Met een snelheid van …


NAAR
Solliciteren naar een baan.
Luisteren naar …
Kijken naar …
Zoeken naar …
Ze gooide een asbak naar zijn hoofd.
De hond vloog me naar de keel.
Smaken/Ruiken naar …
Informeren naar …
Naar zijn vader genoemd.
Naar mijn mening …
Naar alle waarschijnlijkheid.
Naar huis gaan
Gekleed naar de laatste mode.

Vertrekken naar …


NAAST
Ze zat naast me.

Hij woont naast een café.
De wijn staat naast je.
Naast een caravan heeft hij nog een boot.


OM
Om de maand.

Hij vroeg om een sigaret.
Bekend/Beroemd om …
Om geld spelen.
Ik wed om 5 euro.
Ik ben er blij om.
Hij keek om zich heen.
Om de hoek.


ONDER
Onder vrienden.
Onder het ontbijt.
Wij bespraken de zaak onder een kop koffie.
Onder het lezen.
Onderaan de bladzijde.


OP
Een antwoord op een brief.
Op school.
Op het dak.
Eén op de vijftig …
Eén dokter op 10.000 inwoners.

Zij wonen op een kasteel.
Op een foto/schilderij.
Op een boot.
Op een eiland.
Op een plein.
Op het marktplein.
Kopen op de markt.
Op straat.
Verliefd worden op …
Boos op …
Op de leeftijd van …
Op tijd.


Op mijn verzoek.
Een uitzondering op een regel.
Op de koop toe.
Op deze manier.
Op luide toon.
Op zee.
Een beroep doen op …
Op het eerste gezicht.
Uitzicht op een meer.
Zich abonneren op …
Op dat moment.
Stemmen op …
Wachten op …
Trots op …


OVER
Boos/Verbaasd over …
Een brug over een rivier.
Over land/zee
Over de zestig (leeftijd)
Over drie dagen.
Een artikel over …


VAN
Afhangen van …
(On)Afhankelijk van …
Een roman van J.K. Rowling.
De tafel is van hout gemaakt.

Wijn wordt gemaakt van druiven.

Negen van de tien …
Ik ken hem van gezicht.
Wat is er van haar geworden?
Aan board van een schip.
Iemand verdenken van …
Iemand beschuldigen van …
Een brief van mijn oom.

Ik ben moe van het lopen.


VOOR
Bang voor …
Zich verbergen voor …
Weglopen voor …
Vluchten voor …
Zorgen voor …

(Uit) Angst voor …
Typisch voor …
Vriendelijk voor …
Belangstelling hebben voor …

Voor een examen slagen/zakken.

NB     Hij betaalde mijn koffie.
         Hij betaalde de rekening.


Wordle:
alexaztamayo.weebly.com


London lies on the Thames.
Brighton lies on the sea.
To spend a holiday at/by the sea.
To suffer from
To die from..
Rich/poor in minerals.
Wounded in his leg.
Blind in one eye.
Deaf in one ear.
To remind someone of
- To be annoyed with (somebody)
- To be annoyed at (something)



Behind a tree.
A comma after a word.
Close the door behind/after you.
Behind/At the back of the house.



The battle of Waterloo.
I have no money with me.
On that occasion.
In bad weather.
In/While crossing.
Near the church.
Close to the church.
To work for a company.
To stay with (my aunt)
To stay at my aunt's
Sit by the fire.
He joined us.
At the butcher's.
We discussed the matter over a glass of wine
In the army.
In the daytime / By day.
In the evening.
On his arrival/return.
At her first attempt.
In hundreds.
I thought to myself …



She is good at drawing.
To a great extent.
Have you ever been to London?
I was in (went to) London two years ago.
Translate into English.



At Christmas.
By bike, car, train. (maar
on foot)
By post.
By force.
How many are you? There are six of us.
The lady in the black boots.

Written in ink.
On purpose.
Engaged/Married to
To congratulate on
On holiday/leave.
A bag of money.
At a speed of …



To apply for a job.
To listen to
To look at
To look for
She threw an ashtray at his head.
The dog flew at my throat.
To taste/To smell of
To inquire after
Named after his father.
In my opinion / To my mind …
In all probability …
To go home.
Dressed after/in the latest fashion.
To leave for



She was  is sitting next to/beside me.
He lives next-door to a pub.
The wine is at your elbow.
Besides a caravan, he has a boat.



Every other month/Every two months.
He asked for a cigarette.
Well-known/Famous for
To play for money.
I bet you 5 Euros.
I am glad of it.
He looked about him.
Round the corner.



Among friends.
At breakfast.
We discussed the matter over a cup of coffee.
While reading.
At the bottom of the page.



An answer/reply to a letter.
At school.
On the roof.
One in/out of fifty.
One doctor to 10,000 inhabitants.
They live at a castle.
In a photo/painting.
On a boat.
In/On an island.
In a square.
In the marketplace.
To buy at the market.
In the street.
To fall in love with
Angry with
At the age of …
- In time (early enough)
- On time (at the appointed time)
At my request.
An exception to the rule.
Into the bargain.
In this way.
In a loud voice.
At sea.
To appeal to
At first sight.
A view of a lake.
To subscribe to
At that moment.
To vote for
To wait for
Proud of



Angry/Surprised at
A bridge across/over a river.
By land/sea.
Over/Past sixty.
In three days.
An article on/about



To depend on
(In)Dependent on
A novel by J.K. Rowling.
The table is made of wood. (you can see the wood)
Wine is made from grapes. (you cannot see the grapes anymore)
Nine out of ten …
I know him by sight.
What has become of her?
On board a ship.
To suspect somebody of
To accuse somebody of
A letter from my uncle (afkomstig van)
I am tired of walking.



Afraid of
To hide from
To run away from
To flee from
To look after … / To take care of
(For) Fear of
Typical of
Kind to
To take an interest in … / To be interested in
To pass/fail an exam(ination).


He paid for my coffee.
He paid the bill.

2 opmerkingen: