zondag 27 oktober 2013

Indonesiëreis 2013 - Treinreis van Bandung naar Banjar

"Vergeten jullie niet om een overnight bag in te pakken?" helpt Liesbeth ons herinneren. Omdat de afstand van Bandung naar Pangandaran veel te ver is om met de bus af te leggen, gaan we een deel ervan met de trein overbruggen. De treintickets zijn al in Nederland voor ons gereserveerd: 10 plaatsen in 'eksekutiv klasse', dus draaibare zitplaatsen en airco. Onnie en Damus rijden 's nachts met onze overige bagage alvast naar Banjar om ons daar weer op te pikken.

De trein vertrekt precies op tijd en voert ons in het begin door de buitenwijken van Bandung. Af en toe houd ik mijn hart vast wanneer ik zie dat de trein op soms minder dan twee meter de huizen passeert. Sommige verkopers staan onverstoorbaar met hun loopwinkeltje hun klanten te woord terwijl de trein achter hen voorbij raast en hun t-shirt laat wapperen. Dat noem ik koelbloedig.

De tocht voert door de Preanger, een bergachtig gebied met prachtige sawa's. De trein stopt een paar keer, maar niet lang genoeg om even uit te stappen. 


De veiligheidsnormen zijn niet zo streng als in Nederland, want Schoonzoon 1 kan gewoon in de deuropening staan om foto's te maken. Gelukkig komt even later de conducteur hem zeggen dat hij maar beter niet zo uit de trein moet hangen. "Next stop is Tasikmalaya, you can take pictures there," zegt hij vriendelijk. 

Nog voordat de trein goed en wel tot stilstand is gekomen, staan er al kinderen bij de trein om snoep te vragen. Een van hen weet precies welk gezicht hij moet opzetten om mij en mijn schoonzoon helemaal te vermurwen. "Mister, mister, sweets please," roepen ze door elkaar heen. Gelukkig hebben we in Nederland zakken vol snoep gekocht, speciaal bedoeld om uit te delen, en dat doen we met gulle hand. Verderop staan hun vriendjes zich al te verkneukelen, want de snoepschat zal eerlijk gedeeld worden.


Inmiddels heeft het spoorwegpersoneel bij alle deuren metalen trappen geplaatst om het uitstappen te vergemakkelijken. Na nog een laatste zwaai naar de kinderen ga ik ook maar eens kijken wat er op het stationnetje te zien valt. "Kijk uit dat je niet in de gaten valt, Finie. Er liggen daar kabels open en bloot en ik weet niet of er spanning op staat," waarschuwt een attente schoonzoon. Inderdaad, over de lengte van het perron zijn op geregelde afstand de tegels verwijderd en kun je de verschillende kabels zien liggen. Snel kijk ik waar de kleinzonen zijn en begin bij voorbaat al waarschuwingen en vermaningen te roepen, maar het is gelukkig niet nodig. 


Eigenlijk is het een beetje raar dat die sleuven niet worden afgezet, maar dan bedenk ik dat het misschien nog niet zo gek is, deze manier. Nu word je gedwongen om zelf uit te kijken waar je loopt en wat je doet, een gegeven dat we nog vaker zullen tegenkomen tijdens onze reis. 

Inmiddels zitten er meer reizigers in onze wagon: een moeder met twee dochters, een meisje van rond de 4 jaar en een peutertje dat nog niet zo goed kan lopen. 
De moeder heeft allerlei plastic bakjes bij zich waarin ze het voedsel voor onderweg bewaart. Elk half uur trekt ze de peuter op schoot, duwt met de lepel tegen haar mond en geeft haar een paar hapjes rijst met iets wat ik niet zo goed kan zien. Ook het oudste meisje moet zich bij moeder melden. Ze komt al met wijdopen mond aangelopen om een paar hapjes door haar keel te laten glijden. Gniffelend denk ik aan de Nederlandse baby's en peuters die volgens advies van het consultatiebureau op gezette tijden een strikt afgewogen hoeveelheid hoogwaardige brandstof naar binnen gelepeld krijgen. Zouden de baby's hier ook binnen de groeigrafiek moeten vallen?

"We zijn in Banjar," verkondigt Liesbeth. Braaf trekken we onze tassen uit het bagagerek en tellen nog even of het aantal kleinzonen compleet is. Bij het uitstappen slaat de hitte ons tegemoet. We zijn weer uit de koelte van het hoogland. Damus staat ons al met zijn brede grijns op te wachten en geeft ons allemaal een high five. "Zijn jullie klaar voor vertrek?" vraagt Liesbeth. Ik wel. Ik verheug me op Pangandaran, want ik wil Nyai Loro Kidul wel eens op de golven zien surfen. 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten